47
En zijn land in bezitting genomen hadden; daartoe het land van Og, koning van Bazan; tweekoningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan waren, tegen den opgang der zon;
12
En Ik zond horzelen voor u heen; die dreven hen weg van ulieder aangezicht, gelijk de beidekoningen der Amorieten, niet door uw zwaard, noch door uw boog.