ബൈബിൾ

 

Joël 2:23

പഠനം

       

23 En gij, kinderen van Sion! verheugt u en zijt blijde in den HEERE, uw God; want Hij zal u geven dien Leraar ter gerechtigheid; en Hij zal u den regen doen nederdalen, den vroegen regen en den spaden regen in de eerste maand.

ബൈബിൾ

 

Nehemiah 9:1

പഠനം

       

1 Voorts op den vier en twintigsten dag dezer maand verzamelden zich de kinderen Israels met vasten en met zakken, en aarde was op hen.

സ്വീഡൻബർഗിന്റെ കൃതികളിൽ നിന്ന്

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4906

ഈ ഭാഗം പഠിക്കുക

  
/ 10837  
  

4906. Leid haar uit en zij worde verbrand; dat dit betekent dat het moest worden uitgeroeid, namelijk het innerlijke van de Kerk, dat door Tamar wordt uitgebeeld, staat vast uit de betekenis van ‘haar uitleiden en verbranden’, namelijk uitroeien; uitleiden wordt gezegd met betrekking tot het ware en verbranden met betrekking tot het goede, welke moesten worden uitgeroeid. Dat verbranden wordt gezegd met betrekking tot de uitroeiing van het goede, staat vast uit verscheidene plaatsen in het Woord; dit komt daarvandaan dat het vuur en de vlam in de geestelijke zin het goede is en vandaar is de warmte de aandoening van het goede en in de tegenovergestelde zin is het vuur en de vlam het boze en vandaar is de warmte de aandoening van het boze, nrs. 1297, 1861, 2446. Het goede is ook daadwerkelijk een geestelijk vuur, waar vanuit de geestelijke warmte is die levend maakt; en het boze is een vuur en daaruit is de warmte die verteert. Dat het goede van de liefde het geestelijk vuur is en dat de aandoening van dat goede de geestelijke warmte is, kan voor hem die oplet en overdenkt, klaarblijkend vaststaan; indien hij immers daarover nadenkt vanwaar de mens het levensvuur en de levenswarmte heeft, dan zal hij zien dat zij vanuit de liefde is; zodra immers de liefde ophoudt, wordt de mens ook koud en hoe meer hij in de liefde is, des te meer wordt hij warm; indien de levenskracht van de mens niet uit die oorsprong was, zou hij geenszins het leven kunnen hebben. Maar dat vuur of die geestelijke warmte, die het leven maakt, wordt tot een verbrandend en verterend vuur bij de bozen; het wordt immers bij hen in zo’n vuur verkeerd.

Bij de van rede verstoken dieren vloeit de geestelijke warmte ook in en maakt het leven, maar een leven volgens de opneming in hun organische vormen; vandaar hebben zij de kennis en de aandoeningen mee aangeboren, zoals de bijen en de overige dieren.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl