2
Spreek tot de kinderenIsraels, dat zij voor Mij een hefoffer nemen. Van alle man, wiens hart zich vrijwillig bewegen zal, zult gij Mijn hefoffer nemen.
3
En Salomo zond tot Huram, den koning van Tyrus, zeggende: Gelijk als gij met mijn vaderDavid gedaan hebt, en hebt hem cederen gezonden, om voor hem een huis te bouwen, om daarin te wonen, zo doe ook met mij.