Од делата на Сведенборг

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4298

Проучи го овој пасус

  
/ 10837  
  

4298. En Jakob noemde de naam van de plaats Peniël; dat dit de staat van de verzoekingen betekent, staat vast uit de samenhang; oudtijds werden aan plaatsen waar iets bijzonders voorviel, namen gegeven en deze namen waren tekenend voor de zaak die daar voorviel en voor de staat ervan, nrs. 340, 2643, 3422; aan deze plaats werd een naam gegeven die de staat van de verzoekingen betekende, want de staat van de verzoekingen wordt hier beschreven door de worsteling en het kampen van Jakob; Peniël betekent in de oorspronkelijke taal ‘de aangezichten van God’ ; dat ‘de aangezichten van God’ zien, wil zeggen, de zwaarste verzoekingen doorstaan, zal in wat volgt worden ontvouwd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Од делата на Сведенборг

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

Проучи го овој пасус

  
/ 325  
  

Досега, овој превод содржи пасуси до #325 . Веројатно се уште е работа во тек. Ако ја погодите левата стрелка, ќе го најдете последниот број што е преведен.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Од делата на Сведенборг

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4449

Проучи го овој пасус

  
/ 10837  
  

4449. Zijn ziel verlangt naar ulieder dochter; geeft haar hem, ik bid u, tot vrouw; dat dit het verlangen betekent naar de verbinding met deze nieuwe, die naar het uiterlijke gezicht aan de Oude eender schijnt, staat vast uit de betekenis van ‘de ziel verlangt’, namelijk het verlangen; uit de uitbeelding van Dina, die hier de dochter is en de aandoening van het ware en dus de Kerk, want de Kerk is de Kerk uit de aandoening van het ware; deze wordt hier onder die nieuwe verstaan; en uit de betekenis van tot vrouw geven, namelijk de verbinding, nr. 4434. Wat dit betreft, dat die nieuwe Kerk die bij de nakomelingen van Jakob werd geïnstaureerd, naar het uiterlijke gezicht aan de Oude eender schijnt, moet men weten dat de instellingen, gerichten en wetten die door Mozes aan de Israëlitische en de Joodse natie werden bevolen, niet vreemd waren aan de instellingen, gerichten en wetten die in de Oude Kerk bestonden, zoals die over: verlovingen en huwelijken, over dienstknechten, over dieren die al dan niet geschikt waren om te eten, over de reinigingen, de feesten, de tabernakels, het altijddurende vuur en over verscheidene andere dingen; ook over: de altaren, de brandoffers, de slachtoffers, de drankoffers die waren opgenomen in de tweede Oude Kerk, die uit Eber was. Dat deze eerder bekend waren dan toen zij aan die natie werden bevolen, blijkt duidelijk uit de historische dingen van het Woord, zoals alleen al dat de altaren, de brandoffers en de slachtoffers bekend waren; van Bileam wordt vermeld dat hij gebood zeven altaren te bouwen en daarop brandoffers en slachtoffers van varren en rammen te offeren, (Numeri 23:1, 2, 14, 15, 29);

en bovendien over de natiën, op vele plaatsen, dat hun altaren werden vernietigd; en eveneens over de profeten van Baäl, die Elias afmaakte; dat zij slachtofferden; daaruit kan vaststaan dat de slachtoffers die aan het volk van Jakob werden bevolen, niet nieuw waren en zo evenmin de overige instellingen, gerichten en wetten; maar omdat deze dingen bij de natiën afgodisch geworden waren, vooral daardoor dat zij door zulke dingen de een of andere profane god vereerden en zo de dingen die de Goddelijke dingen uitbeeldden, tot helse dingen ombogen, behalve dat zij er nog verscheidene dingen aan toevoegden, werden daarom, opdat de uitbeeldende eredienst die van de Oude Kerk was, zou worden hersteld, dezelfde dingen teruggeroepen; daaruit kan vaststaan dat deze nieuwe Kerk, die bij de nakomelingen van Jakob werd ingesteld, naar het uiterlijke gezicht aan de Oude Kerk eender verscheen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl