559. De barmhartigheid van de Heer wordt beschreven door het berouwen en het smarten aan het hart, vers 6. Dat zij van dien aard geworden zijn, dat hun begeerten en inbeeldingen hen noodzakelijk moesten verdelgen, vers 7; dat daarom, opdat het menselijk geslacht gered zou worden, een nieuwe Kerk zou ontstaan, welke Noach is, vers 8.