12
En nu, geef mij dit gebergte, waarvan de HEERE te dien dagegesproken heeft; want gij hebt het te dienzelven dagegehoord, dat de Enakieten aldaar waren, en dat er grote vaste steden waren; of de HEERE met mij ware, dat ik hen verdreef, gelijk als de HEEREgesproken heeft.
28
Behalve dat het een sterk volk is, hetwelk in dat landwoont, en de steden zijn vast, en zeer groot; en ook hebben wij daar kinderen van Enak gezien.