Სწავლა
27 En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en dat Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
1 Voorts op den vier en twintigsten dag dezer maand verzamelden zich de kinderen Israels met vasten en met zakken, en aarde was op hen.
2 A day of darkness and gloominess, a day of clouds and thick darkness. As the dawn spreading on the mountains, a great and strong people; there has never been the like, neither will there be any more after them, even to the years of many generations.