Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2509
2509. Dat de woorden ‘en Abimelech, koning van Gerar, zond’ de leer van het geloof betekent, blijkt uit hetgeen eerder in nr. 2504 is gezegd, namelijk dat door Filistea de wetenschappen van de erkentenissen van het geloof wordt aangeduid, nrs. 1197, 1198; door Gerar, dat in Filistea lag, het geloof, nrs. 1209, 2504; door de koning het ware van het geloof zelf, nrs. 1672, 2015, 2069;
vandaar wordt door Abimelech de leer van het geloof aangeduid, maar de leer van het geloof, gericht op de redelijke dingen, zoals uit hetgeen nu volgt zal blijken.