ბიბლია

 

Joël 2:20

Სწავლა

       

20 En Ik zal dien van het noorden verre van ulieden doen vertrekken, en hem wegdrijven in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de Oostzee, en zijn einde naar de achterste zee; en zijn stank zal opgaan, en zijn vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan.

ბიბლია

 

Nehemiah 9:1

Სწავლა

       

1 Voorts op den vier en twintigsten dag dezer maand verzamelden zich de kinderen Israels met vasten en met zakken, en aarde was op hen.

ბიბლია

 

Psalm 126:3

Სწავლა

       

3 De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.