Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 7632
7632. Omdat Ik zijn hart en het hart van zijn knechten verzwaard heb; dat dit betekent dat zij allen gemeenschappelijk hardnekkig volhielden, staat vast uit de betekenis van het hart verzwaren, verharden en verstijven, dus hardnekkig volhouden, nrs. 7272, 7300, 7305; uit de uitbeelding van farao, van wie het hart werd verzwaard, dus degenen die bestoken.
En wanneer er wordt gezegd hij en zijn knechten, worden allen gemeenschappelijk aangeduid, want de knechten van hem maken het huis uit.
Dat er wordt gezegd dat Jehovah het hart van farao verzwaarde, betekent in de innerlijke zin dat hij zijn hart koppig ertegen verzette.
In oude tijden werd ter wille van de eenvoudigen aan Jehovah al het boze toegekend; de oorzaak hiervan was dat de eenvoudigen niet konden weten en de meesten ook niet begrijpen, hoe de dingen die plaatsvonden, ergens anders vandaan konden komen dan van Jehovah; en verder hoe het moet worden verstaan dat Jehovah toelaat dat de duivelse bende kwaad berokkent en Hij het niet verhindert, terwijl Hij toch alle macht heeft; omdat de eenvoudigen die dingen niet konden vatten en eveneens nauwelijks degenen met inzicht, werd daarom gezegd, zoals het door velen werd geloofd, dat door Jehovah ook het kwaad bestond; dit is iets algemeens in het Woord, waarvan de zin van de letter is volgens het geloof van de eenvoudigen.|
Dat het kwaad dat in het Woord aan Jehovah wordt toegekend, van de mens is, zie de nrs. 2447, 6071, 6991, 6887, 6533.