Სწავლა
10 De aarde is beroerd voor deszelfs aangezicht, de hemel beeft; de zon en maan worden zwart, en de sterren trekken haar glans in.
1 Voorts op den vier en twintigsten dag dezer maand verzamelden zich de kinderen Israels met vasten en met zakken, en aarde was op hen.
8 But as for me, I am full of power by the Spirit of Yahweh, and of judgment, and of might, to declare to Jacob his disobedience, and to Israel his sin.