5
Daarna zullen zich de kinderenIsraels bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.
12
Wie is de wijze man, die dit versta? En tot wien heeft de mond des HEERENgesproken, dat hij het verkondige, waarom het land vergaan en afgebrand zij als een woestijn, dat er niemand doorgaat?