Სწავლა
2 En God sprak tot Israel in gezichten des nachts, en zeide: Jakob, Jakob! En hij zeide: Zie, hier ben ik!
33 Den zoon van Aminadab, den zoon van Aram, den zoon van Esrom, den zoon van Fares, den zoon van Juda,
17 Dit nu waren de zonen van Levi met hun namen: Gerson, en Kahath, en Merari.