Სწავლა
49 Nu dan, zo gijlieden weldadigheid en trouw aan mijn heer doen zult, geeft het mij te kennen; en zo niet, geeft het mij ook te kennen, opdat ik mij ter rechterhand of ter linkerhand wende.
9 En verzwagert u met ons; geeft ons uw dochteren; en neemt voor u onze dochteren;