ბიბლია

 

Ezechiël 16:53

Სწავლა

       

53 Als Ik haar gevangenen wederbrengen zal, namelijk de gevangenen van Sodom en haar dochteren, en de gevangenen van Samaria en haar dochteren, dan zal Ik wederbrengen de gevangenen uwer gevangenis in het midden van haar.

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9961

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

9961. Van de lenden tot aan de dijen zullen zij zin; dat dit betekent de uitbreiding ervan, namelijk van de uiterlijke dingen van de echtelijke liefde, die met de onderbroek van linnen worden aangeduid, staat vast uit de betekenis van de lenden en de dijen, dus de dingen die van de echtelijke liefde zijn: de lenden die welke van de innerlijke dingen ervan zijn en de dijen die welke van de uiterlijke dingen ervan zijn, dus de uitbreiding ervan, van de innerlijke dingen tot de uiterlijke.

Dat de lenden de innerlijke dingen van die liefde ervan betekenen, is omdat zij boven zijn; en dat de dijen de uiterlijke dingen ervan betekenen, is omdat zij beneden zijn.

Immers wat boven is bij de mens, betekent de innerlijke dingen en die welke beneden zijn, betekenen de uiterlijke dingen.

Vandaar is het dat in het Woord de innerlijke dingen worden verstaan onder de hogere en de uiterlijke onder de lagere, nrs. 3084, 4599, 5146, 8325.

De hogere dingen bij de mens stemmen overeen met de hemelse en de geestelijke dingen, namelijk de innerlijke; en de lagere stemmen overeen met de natuurlijke, dus de uiterlijke dingen; vandaar is het, dat de voeten de natuurlijke dingen betekenen, nrs. 2162, 3147, 3986, 4382, 4938-4952; en omdat onder de dijen het lagere deel van de lenden wordt verstaan, dat met de voeten verband houdt, worden daarmee daarom de uiterlijke of de lagere dingen van de echtelijke liefde aangeduid, nrs. 4277, 4280; maar dat de lenden in het algemeen de echtelijke liefde betekenen, nrs. 3021, 3294, 4575, 5050-5062.

Dat de lenden dit betekenen, is krachtens de overeenstemming; ten aanzien van de overeenstemming van alle dingen van de mens met de hemel, zie wat hierover uitvoerig is getoond in de aangehaalde plaatsen in nr. 9276, 9280.

Er wordt gezegd de uitbreiding van de echtelijke liefde, van de innerlijke tot de uiterlijke dingen; er is immers een uitbreiding van alle dingen van de liefde en van alle dingen van het geloof, of wat hetzelfde is, van alle dingen van het goede en van alle dingen van het ware in de hemelen, want daar worden allen verbonden volgens de verwantschappen ten aanzien van de waarheden van het geloof en de goedheden van de liefde.

Zo’n uitbreiding is er in elke hemel; deze uitbreiding is er eveneens in de hemelen die beneden zijn, aangezien alle hemelen één maken; ja zelfs strekken zij zich ook uit tot aan de mens, opdat deze eveneens één maakt met de hemelen.

Het is deze uitbreiding, die wordt verstaan onder de uitbreiding van de hogere of de innerlijke dingen tot de lagere of de uiterlijke; de hogere of de innerlijke dingen worden de hemelse en de geestelijke genoemd en de lagere of de uiterlijke worden de natuurlijke of de wereldlijke genoemd.

Wat in het bijzonder de echtelijke liefde betreft, over welke uitbreiding hier wordt gehandeld, zij is de fundamentele van alle liefden; zij daalt immers neer uit het huwelijk van het goede en het ware in de hemelen; en omdat het huwelijk van het goede en het ware in de hemel is en de hemelen maakt, is daarom de waarlijk echtelijke liefde de hemel zelf bij de mens; het huwelijk echter van het goede en het ware in de hemelen daalt neer uit de verbinding van de Heer met de hemelen, wat immers uit de Heer voortgaat en invloeit in de hemelen, is het goede van de liefde en wat door de engelen daar wordt opgenomen, is het ware daaruit, dus het ware dat vanuit het goede is, of waarin het goede is.

Vandaar wordt de Heer in het Woord de Bruidegom en de Echtgenoot genoemd en de hemel met de Kerk de Bruid en de Echtgenote.

Hieruit kan vaststaan, hoe heilig de huwelijken in de hemel zijn en hoe profaan de echtbreuken daar zijn.

De huwelijken immers zijn in zich zo heilig, dat niets heiliger is, ook met als oorzaak dat zij de kweekplaatsen zijn van het menselijk geslacht en het menselijk geslacht is de kweekplaats van de hemelen; daarheen immers komen de mensen die in de wereld een leven hebben geleefd als de engelen; en omgekeerd zijn de echtbreuken zo profaan, dat er niets profaner is, aangezien zij vernietigend zijn voor de hemel en de Kerk bij de mens.

Dat dit zo is kan opnieuw vaststaan, waarom met de naaktheden de vuile en de helse dingen worden aangeduid, waarover is gehandeld in de vorige paragraaf en waarom het zo streng was geboden dat Aharon en diens zonen, wanneer zij zouden bedienen, bekleed zouden zijn met onderbroeken en dat zij anders zouden sterven.

Er wordt immers gezegd: ‘Maak voor hen onderbroeken van linnen, om te bedekken het vlees der naaktheid, van de lenden tot aan de dijen zullen zij zijn; en zij zullen zijn op Aharon en op zijn zonen, bij hun binnentreden in de tent der samenkomst, of bij hun toetreden tot het altaar om te bedienen in het Heilige, opdat zij niet ongerechtigheid dragen en sterven; een inzetting der eeuw voor hem en voor zijn zaad na hem’.

Men moet dus weten, dat onder de echtelijke liefde elke hemelse en geestelijke liefde wordt verstaan; de oorzaak ervan is, zoals eerder is getoond, dat de waarlijk echtelijke liefde de fundamentele van alle liefden is; degenen dus die in haar zijn, zijn ook in de overige liefden van de hemel en van de Kerk, want zij daalt, zoals is gezegd, neer vanuit het huwelijk van het goede en het ware in de hemelen, welk huwelijk de hemelen maakt.

Vandaar is het eveneens dat de hemel in het Woord met een huwelijk wordt vergeleken en eveneens een huwelijk wordt genoemd en daarom blijkt het eveneens, waarom er voorzorgsmaatregelen waren getroffen dat de naaktheden van Aharon en van diens zonen niet verschenen bij het bedienen.

Hun naaktheden immers betekenden alle met de hemelse liefde strijdige liefden, die in het algemeen de liefden van zich en van de wereld worden genoemd, wanneer zij de einddoelen zijn en het zijn vuile en helse liefden.

Dat dit zo is, weet de mens heden ten dage niet, met als oorzaak dat hij in die liefden is en niet een andere verkwikking gewaarwordt dan dat wat vanuit die liefden is.

Vandaar is het, dat hij, wanneer er wordt gezegd de hemelse en de geestelijke liefde, in verlegenheid raakt en niet weet wat zij zijn, dus wat de hemel is; en hij zal misschien verbaasd zijn, wanneer hij hoort en denkt dat in de geestelijke en de hemelse liefde, gescheiden van de liefde van zich en van de wereld, de eeuwige gelukzaligheid ligt, die onuitsprekelijk is.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 7850

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

7850. En zij zullen het vlees eten; dat dit de genieting van het goede betekent, staat vast uit de betekenis van eten, namelijk genieten, nr. 7849; en uit de betekenis van vlees, namelijk het eigene van de mens dat is levend gemaakt door het Goddelijk Menselijke van de Heer, dus al het hemels en geestelijk goede bij de mens, waarover de nrs. 3813, 6968.

Dat het vlees dit betekent, was bij de Ouden heel goed bekend; heden ten dage evenwel is het zo onbekend, dat eenieder zich verwondert dat er gezegd wordt dat zoiets met het vlees wordt aangeduid.

Indien er wordt gezegd, dat dit een geestelijke overeenstemming is, wordt dit niet verstaan; indien er wordt gezegd, dat het een aanduiding is, wordt dit weliswaar verstaan, maar in een andere zin dan waarin het aanduidend overeenstemmende is, namelijk zoiets als volledig gescheiden, terwijl toch het geestelijk of het aanduidend overeenstemmende verbonden is met dat waarmee het overeenstemt, zoals het gezichtsvermogen van de mens met zijn oog of het gehoor met zijn oor, de gedachte, die geestelijk is, met de vorm van het innerlijk van de mens en daardoor met de orgaantjes van de spraak; of zoals de wil, die eveneens geestelijk is, met de spiervezels waardoor er handeling is.

Zo is het dus gesteld met al het geestelijk overeenstemmende of het aanduidende ten opzichte van het natuurlijke ervan, dus waarmee er overeenstemming is.

Wie kan niet zien, dat niet vlees onder het vlees, noch bloed onder bloed wordt verstaan bij de Heer, zoals bij Johannes: ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Tenzij gij het vlees van de Zoon des Mensen zult gegeten hebben en Zijn bloed zult gedronken hebben, zult gij het leven niet in ulieden hebben; die Mijn vlees nuttigt en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven en Ik zal hem wederopwekken ten uiterste dage; want Mijn vlees is waarlijk spijs en Mijn bloed is waarlijk drank’, (Johannes 6:53-56); dat onder het vlees het Goddelijk Goede van de Goddelijke Liefde van de Heer werd verstaan, dat uit Zijn Goddelijk Menselijke is en onder het bloed het Goddelijk Ware dat voortgaat uit Zijn Goddelijk Goede en verder het wederkerige van de mens, weten heden ten dage weinigen; en die het kunnen weten, willen het niet; dat zij het niet willen weten heeft als oorzaak, dat zij in geen gevoelsaandoening van het ware ter wille van het ware zijn, maar ter wille van oorzaken in de wereld; en ook omdat de natuurlijke mens alle dingen natuurlijk wil vatten.

Dit is gezegd, opdat men zal weten wat er wordt aangeduid met het vlees eten in het Paasavondmaal en dus wat in het Heilig Avondmaal, dat toen was ingesteld.

Ten aanzien van het brood en de wijn, die hetzelfde betekenen als het vlees en het bloed, in het Heilig Avondmaal, zie de nrs. 2165, 2177, 2187, 3464, 3478, 3735, 3813, 4211, 4217, 4735, 4976, 5915.

Dat het vlees niet vlees is in de geestelijke zin van het Woord, blijkt, en ook uit andere plaatsen, duidelijk uit de volgende bij Johannes: ‘Komt en vergadert u tot het avondmaal van de grote God, opdat gij nuttigt de vlezen van de oversten over duizend en de vlezen van de sterken en de vlezen van de paarden en degenen die daarop zitten en de vlezen van alle vrijen en dienstknechten en kleinen en groten’, (Apocalyps 19:17,18); met de vlezen worden daar de goedheden van verschillend geslacht aangeduid.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl