ბიბლია

 

Exodus 17:2

Სწავლა

       

2 Toen twistte het volk met Mozes, en zeide: Geeft gijlieden ons water, dat wij drinken! Mozes dan zeide tot hen: Wat twist gij met mij? Waarom verzoekt gij den HEERE?

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 8351

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

8351. En zij murmureerden, het volk, tegen Mozes; dat dit de neerslachtigheid betekent ten gevolge van de hardheid van de verzoeking, staat vast uit de betekenis van murmureren, namelijk de klacht, zodanig als die in een verzoeking is, dus de neerslachtigheid ten gevolge van de hardheid van de verzoeking.

De verzoekingen die degenen die van de geestelijke Kerk van de Heer waren, ondergingen nadat zij van het bestoken waren bevrijd en verder eveneens de verzoekingen die degenen zullen ondergaan die van de Kerk zijn, worden beschreven met het murmureren van de zonen Israëls in de woestijn; en omdat geestelijke verzoekingen doorgaans worden voortgeleid tot aan de wanhoop toe, nrs. 1787, 2694, 5279, 5280, 7147, 7166, 8165, wordt daarom met murmureren de klacht vanwege de neerslachtigheid in de verzoekingen aangeduid, zoals in (Exodus 16:2,3; 17:3; Numeri 14:27,29,36; 16:11).

Er wordt gezegd tegen Mozes, omdat het tegen het Goddelijke is, want door Mozes wordt het Goddelijk Ware uitgebeeld, nrs. 6723, 6752, 6771, 6827, 7010, 7014, 7089, 7382.

Voor wat betreft de verzoekingen die degenen die van de geestelijke Kerk waren, ondergingen en die degenen zullen ondergaan die van die Kerk zijn, moet men weten dat het geloof nooit bij hen die van de geestelijke Kerk zijn, kan worden ingeplant dan alleen door verzoekingen en dus ook niet de naastenliefde; want in de verzoekingen is de mens in de strijd tegen het valse en het boze en deze vloeien in de uiterlijke mens in vanuit de hellen; maar het goede en het ware vloeien in door de innerlijke mens uit de Heer; dus ten gevolge van de strijd van de innerlijke mens met de uiterlijke, die de verzoeking wordt genoemd; en voor zoveel als dan de uiterlijke mens tot gehoorzaamheid wordt gebracht onder de innerlijke mens, wordt het geloof en de naastenliefde ingeplant; het uiterlijk of het natuurlijke van de mens immers is de ontvanger van het ware en het goede vanuit het innerlijke; indien de ontvanger niet is aangepast, neemt hij niets op van hetgeen uit het innerlijke invloeit, maar òf hij verwerpt dat, òf hij blust het uit, òf verstikt het, waardoor er geen wederverwekking is.

Vandaar komt het, dat er verzoeking moet zijn, opdat de mens zal worden wederverwekt, wat plaatsvindt door de inplanting van geloof en naastenliefde en zo door de vorming van een nieuwe wil en een nieuw verstand; en daarom wordt ook de Kerk van de Heer een strijdende Kerk genoemd, zie de nrs. 3928, 4249, 4341, 4572, 5356, 6574, 6611, 6657, 7090, 7122, 8159, 8168, 8179, 8273, waar een en ander is gezegd hierover en getoond.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 7090

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

7090. En zij zeiden tot farao; dat dit de vermaning betekent tot hen die tegen de ware dingen van de Kerk zijn, staat vast uit de betekenis van zeggen, omdat het door Mozes en Aharon plaatsvond op Goddelijk bevel, dus de vermaning, zoals eveneens in nr. 7033; en uit de uitbeelding van farao, namelijk het wetenschappelijke dat tegen de ware dingen van de Kerk is, nrs. 6651, 6673, 6683, dus degenen die zodanig zijn.

Hier en in wat volgt, wordt gehandeld over hen die van de geestelijke Kerk zijn en die werden gezaligd door de Komst van de Heer in de wereld en die vóór Zijn Komst in de lagere aarde waren vastgehouden en daar werden geteisterd door de valsheden, dat wil zeggen, door de helsen, die in de valsheden vanuit het boze zijn.

Dat land is onder de voetzolen, omringd door de hellen, aan het voorste deel door hen die de ware dingen vervalst en de goede dingen geschonden hebben; aan de rechterzijde door hen die de Goddelijke orde verdraaien en zich vandaar macht trachten te verwerven; aan de rug door de boze genieën die vanuit eigenliefde in het verborgene het boze tegen de naaste hebben beraamd; diep beneden hen zijn zij die het Goddelijke geheel en al veracht en de natuur vereerd hebben en vandaar al het geestelijke van zich hebben verwijderd; door zulke geesten zijn diegenen omringd die in de lagere aarde zijn, waar vóór de Komst van de Heer diegenen in bewaring werden gehouden die van de geestelijke Kerk waren en daar bestookt werden; niettemin werden zij door de Heer beschermd en opgevoerd naar de hemel met de Heer bij Zijn wederopstanding; zie hierover de teksten die eerder zijn gezegd en getoond in de nrs. 6854, 6855, 6914, 7035.

De lagere aarde waar diegenen in bewaring werden gehouden die van de geestelijke Kerk waren tot de Komst van de Heer, wordt in het Woord ettelijke malen genoemd, zoals bij Jesaja: ‘Zingt, gij hemelen, omdat Jehovah het gedaan heeft, jubelt, gij lagere dingen des lands, dreunt, gij bergen, van gezang, gij woud en alle boom daarin, omdat Jehovah Jakob heeft verlost en in Israël Zich heerlijk heeft gemaakt’, (Jesaja 44:23); daar wordt gehandeld over degenen die in de lagere aarde zijn, namelijk dat zij werden gezaligd door de Heer; Jakob en Israël zijn de geestelijke Kerk: Jakob de uiterlijke en uitwendige Kerk, Israël de innerlijke, nrs. 3305, 4286, 6426.

Bij Ezechiël: ‘Ik zal u doen nederdalen met hen die in de kuil nederdalen, tot het volk der eeuwigheid en Ik zal u doen wonen in het land der lagere dingen, in de verlatingen’, (Ezechiël 26:20).

Bij dezelfde: ‘Tot het land der lagere dingen, in het midden der zonen des mensen, tot hen die in de kuil nederdalen; weswege zich in de lagere aarde, alle bomen van Eden, de keur en het voornaamste van Libanon, zullen troosten, allen die water drinken’, (Ezechiël 31:14,16); daar is de lagere aarde, waar diegenen waren die van de geestelijke Kerk waren geweest.

Heden ten dage worden ook zij die van de Kerk zijn en hun ideeën hebben gevuld met wereldse en eveneens met aardse dingen en gemaakt hebben dat de ware dingen van het geloof aan zulke dingen verbonden waren, naar de lagere aarde heengezonden en daar zijn zij eveneens in worstelingen en wel totdat de wereldse en aardse dingen van de ware dingen van het geloof zijn gescheiden en zulke zaken zijn ingevoegd, zodat zij niet langer verbonden worden.

Wanneer dit heeft plaatsgevonden, worden zij vandaar verheven tot de hemel; want voordat zulke dingen zijn verwijderd, kunnen zij op geen enkele wijze samen met de engelen zijn; die zaken zijn immers duisternissen en onreinheden die niet met het licht en de zuiverheid van de hemel samenstemmen; die wereldse en aardse dingen kunnen niet anders dan door worstelingen tegen de valsheden afgescheiden en verwijderd worden.

Die worstelingen vinden op de volgende wijze plaats: degenen die daar zijn, worden bestookt door begoochelingen en de valsheden daaruit, die door de helsen overal in het rond worden uitgezonden, maar zij worden van de Heer door de hemel afgewend en dan worden tegelijk ware dingen ingeboezemd; en deze dingen verschijnen dan alsof zij bij degenen waren die in de worstelingen zijn.

Vandaar komt het, dat de geestelijke Kerk de strijdende Kerk wordt genoemd.

Maar heden ten dage is zij zelden strijdend bij iemand in de wereld, want de mens van de Kerk houdt, wanneer hij in de wereld leeft, de strijd niet uit, vanwege de bende van de boze geesten waarin de mens zich in haar midden bevindt; en vanwege het vlees waarin hij is, dat zwak is; de mens kan in het andere leven stevig in de banden van het geweten worden vastgehouden, echter niet zodanig in de wereld; want indien hij in de wereld tot iets van wanhoop wordt voortgeleid, zoals het voorkomt met hen die in worstelingen zijn, dan verbreekt hij terstond alle banden; en indien hij ze verbreekt, dan bezwijkt hij en indien hij dan bezwijkt, dan is het met zijn heil gedaan.

Vandaar komt het, dat weinigen binnen de Kerk heden ten dage door de Heer worden toegelaten in de worstelingen voor de ware dingen tegen de valsheden; die worstelingen zijn geestelijke verzoekingen.

Zie wat over de lagere aarde en de verwoestingen daar in de nrs. 4728, 4940-4951, 6854 is getoond.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl