スウェーデンボルグの著作から

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#4300

この節の研究

  
/ 10837に移動  
  

4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

  
/ 10837に移動  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

スウェーデンボルグの著作から

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer#248

この節の研究

  
/ 325に移動  
  

今のところ、この翻訳には#325までの箇所が含まれている。おそらくまだ未完成だろう。左の矢印を押すと、翻訳された最後の数字が見つかります。

  
/ 325に移動  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

スウェーデンボルグの著作から

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#4018

この節の研究

  
/ 10837に移動  
  

4018. Tegenover de kudden, en zij werden verhit als zij kwamen om te drinken; dat dit betekent tot aan de gloed van de aandoening opdat zij verbonden zouden worden, staat vast uit de betekenis van verhit worden als zij kwamen om te drinken, namelijk de gloed van de aandoening; dat verhit worden de gloed is, is duidelijk; en dat komen om te drinken de aandoening van het ware is, zie nr. 4017;

dat ‘tegenover de kudden’ wil zeggen opdat zij verbonden zouden worden, namelijk de ware en de goede dingen in het natuurlijke, komt omdat daarmee de blik is inbegrepen en vandaar de aangewakkerde aandoening, want op die wijze worden de geestelijke dingen verbonden; en bovendien vindt elke inplanting van het ware en goede plaats en tevens elke verbinding, door de aandoening; de ware en de goede dingen die geleerd, waardoor de mens niet wordt aangedaan, gaan weliswaar het geheugen binnen, maar zij blijven daar even vluchtig hangen als een veertje aan de wand, dat bij het minste vleugje wind wordt weggevaagd. Met de dingen die het geheugen binnengaan is het als volgt gesteld: die zonder aandoening binnengaan, vallen in de schaduw ervan, maar die met aandoening binnengaan, komen in het licht daar; de dingen die daar in het licht zijn, worden gezien en verschijnen helder en levendig, zodra maar iets wordt opgewekt, maar niet die dingen die rondom in de schaduw verscholen liggen; de aandoening die van de liefde is, brengt dit met zich mee. Hieruit kan vaststaan dat alle inplanting van het ware en de verbinding ervan met het goede, plaatsvindt door de aandoening en hoe groter de aandoening, des te sterker de verbinding; de gloed van de aandoening is hier de binnenste aandoening; maar de ware dingen kunnen niet ingeplant en met het goede verbonden worden dan alleen door de aandoeningen van het ware en goede, welke aandoeningen vanuit de naastenliefde jegens de naaste en aan de liefde tot de Heer opwellen als aan haar bronnen; maar de boze en valse dingen worden het door de aandoeningen van het boze en valse en deze aandoeningen wellen op vanuit de liefde van zich en van de wereld, als uit haar bronnen. Omdat het hiermee zo is gesteld en hier in de innerlijke zin over de verbinding van het goede en ware in de natuurlijke mens wordt gehandeld, wordt daarom hier en in wat volgt, melding gemaakt van de verhitting van de kudde toen zij kwamen om te drinken, waarmee zulke dingen worden aangeduid.

  
/ 10837に移動  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl