Aus Swedenborgs Werken

 

Engelenwijsheid over de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid #7

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 432  
  

7. HET GODDELIJKE IS NIET IN DE RUIMTE.

Dat het Goddelijke of God niet in de ruimte is, hoewel alomtegenwoordig, en bij ieder willekeurig mens in de wereld en bij iedere willekeurige engel in de hemel en bij iedere geest onder de hemel, kan met een louter natuurlijk idee niet begrepen worden, maar met de geestelijke idee kan dit wel. Dat dit met de natuurlijke idee niet kan worden begrepen, is omdat daarin de ruimte is; want zij is gevormd vanuit zulke dingen die in de wereld zijn, waarin in alle en de afzonderlijke dingen, met de ogen gezien, ruimte is. Elk grote en kleine daar is van de ruimte; elke lengte, breedte en hoogte daar is ruimte; in één woord, elke maat, figuur en vorm is van de ruimte. Daarom is gezegd dat het met de louter natuurlijke idee niet kan worden begrepen dat het Goddelijke niet in de ruimte is, wanneer gezegd wordt dat het waar dan ook is. Niettemin kan de mens dit met het natuurlijke denken begrijpen, mits hij daarin iets van het geestelijk licht toelaat; en daarom zal eerst iets worden gezegd over de geestelijke idee en daarna over het geestelijk denken. De geestelijke idee ontleent niet iets vanuit de ruimte maar zij ontleent alles vanuit haar staat. Staat wordt gezegd van de liefde, van het leven, van de wijsheid, van de aandoeningen en van de vreugden daaruit; in het algemeen van het goede en van het ware. Een waarlijk geestelijk idee over die dingen heeft niets gemeen met ruimte; zij is hoger en beziet de ideeën van de ruimte onder zich zoals de hemel de aarde beziet. Maar omdat engelen en geesten met de ogen zien net als de mensen in de wereld, en voorwerpen niet gezien kunnen worden tenzij in ruimte, verschijnen daarom in de geestelijke wereld, waar geesten en engelen zijn, ruimten eender aan ruimten op aarde, maar toch zijn het niet ruimten, maar schijnbaarheden. Want zij zijn niet vast en constant zoals op aarde, ze kunnen namelijk verlengd en samengetrokken worden, ze kunnen veranderd en gevarieerd worden; en omdat ze zo niet met een maat kunnen worden bepaald, kunnen ze daar niet met enige natuurlijke idee, maar alleen met een geestelijk idee begrepen worden; en deze is ten aanzien van afstanden van ruimte niet een andere dan zoals over afstanden van het goede of van het ware, want verwantschappen en gelijkenissen zijn volgens de staten ervan.

  
/ 432  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Aus Swedenborgs Werken

 

Engelenwijsheid over de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid #71

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 432  
  

71. Opdat duidelijk wordt dat de louter natuurlijke mens over de geestelijke en de Goddelijke dingen denkt vanuit ruimte, en de geestelijke mens zonder ruimte, volgt dit ter illustratie: de louter natuurlijke mens denkt door ideeën die hij zich vanuit de voorwerpen van het gezicht heeft verworven, waarin altijd een figuur is die bestaat uit de lengte, de breedte, en de hoogte, en dus vanuit een daardoor begrensde vorm, die of hoekig, of rond is. Deze dingen zijn klaarblijkelijk de ideeën van het denken van hem over de zichtbare dingen op de aarde, en eveneens zijn het ideeën van het denken van hem over de niet zichtbare dingen, zoals de burgerlijke en de zedelijke dingen. Hij ziet deze dingen weliswaar niet, maar niettemin zijn zij daar als continue dingen. Anders de geestelijke mens, voornamelijk de hemelse engel; het denken van hem heeft niets gemeen met een figuur en een vorm die iets neemt vanuit het lange, het brede en het hoge van de ruimte, maar vanuit de staat van iets, die voortkomt vanuit de staat van het leven. Vandaar denkt hij voor het lange van de ruimte het goede van iets, vanuit het goede van het leven, voor het brede van de ruimte het ware van iets, vanuit het ware van het leven, en voor het hoge de graden ervan; zo denkt hij vanuit de overeenstemming die er is van geestelijke en natuurlijke dingen tussen elkaar; vanuit welke overeenstemming het is dat de lengte in het Woord het goede van iets betekent, de breedte het ware van iets, en de hoogte de graden ervan. Vanuit deze dingen is duidelijk dat een hemelse engel wanneer hij over de Goddelijke Alomtegenwoordigheid denkt, geenszins anders kan denken dan dat het Goddelijke alle dingen vult zonder ruimte. Hetgeen een engel denkt is het ware, omdat het licht dat het verstand van hem verlicht, de Goddelijke Wijsheid is.

  
/ 432  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.