Aus Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4300

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 10837  
  

4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Aus Swedenborgs Werken

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 325  
  

Bislang enthält diese Übersetzung Passagen bis #325. Sie ist wahrscheinlich noch in Arbeit. Wenn Sie auf den Pfeil nach links klicken, finden Sie die letzte Nummer, die übersetzt wurde.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Aus Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2130

studieren Sie diesen Abschnitt

  
/ 10837  
  

2130. Wat het tweede punt betreft, namelijk de voorstelling van het Laatste Oordeel voor de goeden, wanneer zij in de hemel worden binnengelaten, daarvan mag worden meegedeeld, hoe het hiermee gesteld is: in het Woord wordt gezegd, dat de deur is gesloten, zodat zij niet meer kunnen worden binnengelaten; en dat het aan olie heeft ontbroken en dat zij te laat zijn gekomen en daarom niet binnengelaten werden; waarmee ook de staat van het Laatste Oordeel wordt aangeduid. Hoe het hiermee gesteld is en hoe dit moet worden verstaan, is mij aangetoond. Ik heb gezelschappen van geesten, het ene na het andere, met duidelijke stem horen zeggen, dat de wolf hen had willen meenemen, maar dat de Heer hen had bevrijd en dat zij dus zo aan de Heer waren teruggegeven, waarover zij zich uit de grond van hun hart verheugden; want zij waren in vertwijfeling geweest, dus in de vrees dat de deur gesloten zou zijn en dat zij te laat waren gekomen, zodat ze niet meer binnengelaten konden worden. Een dergelijke gedachte was hun ingegoten door hen die wolven genoemd worden; maar zij verdween daardoor dat zij binnengelaten werden, dat wil zeggen, dat zij door engelengezelschappen werden ontvangen. Het binnengelaten worden in de hemel is niets anders; het binnenlaten scheen voortdurend plaats te vinden: gezelschap na gezelschap, achtereenvolgens tot twaalf toe, en dat het twaalfde bezwaarlijker dan de elf voorafgaande binnengelaten, dat wil zeggen, ontvangen werd. Later werd ook een soort van gezelschappen, acht in getal, binnengelaten. Mij werd aangeduid dat zij van het vrouwelijk geslacht waren; nadat ik ze gezien had, werd gezegd dat deze wijze van toelating, dat wil zeggen, van ontvangen in de hemelse gezelschappen, zo verschijnt, en dit voortdurend, volgens de orde, van de ene plaats naar de andere; en verder dat de hemel in alle eeuwigheid nooit gevuld wordt, en nog minder dat de deur ooit gesloten wordt, maar dat hoe meer daarin komen, hoe groter de zaligheid en het geluk wordt van degenen die in de hemel zijn, want de eensgezindheid wordt er des te sterker door. Nadat die gezelschappen waren binnengelaten, scheen het alsof de hemel gesloten werd, want er waren er velen, die daarna ook binnengelaten wilden worden, dat wil zeggen, ontvangen; maar zij kregen als antwoord dat zij het nog niet konden. Dit is wat wordt aangeduid door degenen die te laat komen, door het gesloten worden van de deur, door degenen die aankloppen, en daarmee dat het hun aan olie in de lampen heeft ontbroken. Dat dezen niet werden toegelaten, kwam omdat zij nog niet voorbereid waren om in de engelengezelschappen te kunnen zijn, waar wederkerige liefde woont; want, zoals eerder is gezegd in nr. 2119 aan het einde: zij die in liefde jegens de naaste in de wereld geleefd hebben, worden door de Heer geleidelijk in de hemel geheven. Er waren ook andere geesten, die niet wisten wat de hemel is, namelijk dat hij in wederkerige liefde is. Dezen wilden toen ook worden binnengelaten, in de mening dat het alleen maar een binnenlaten is; maar zij kregen als antwoord, dat het voor hen nog geen tijd was en dat het op een andere tijd zou zijn, wanneer zij voorbereid waren. Dat twaalf gezelschappen verschenen, vond hierin zijn oorzaak, dat twaalf alle dingen van het geloof betekent, zoals eerder in nr. 2129 aan het einde is gezegd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl