Ze Swedenborgových děl

 

Ware Christelijke Religie # 458

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 853  
  

458. Hieruit blijkt duidelijk de oorsprong en de hoedanigheid van de verbinding van de liefde tot God en van de liefde jegens de naaste, namelijk, dat het de invloeiing van de liefde van God jegens de mensen is, en dat de opneming daarvan door de mens en de medewerking bij hem, de liefde jegens de naaste is. Kortom, het is de verbinding overeenkomstig dit woord van de Heer:

‘In die dag zult gij erkennen, dat Ik in Mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u’, (Johannes 14:20);

en overeenkomstig dit woord:

‘Die Mijn geboden heeft en deze doet, die is het, die Mij liefheeft, en Ik zal Mijzelf aan hem openbaren; en Ik zal woning bij hem maken’, (Johannes 14:21, 22, 23).

De geboden van de Heer hebben alle betrekking op de liefde jegens de naaste, welke in het kort hierin bestaan: hem geen kwaad te doen, maar hem het goede te doen. Dat zulke mensen God liefhebben en dat God hen liefheeft, is overeenkomstig deze woorden van de Heer. Aangezien deze beide liefden zo verbonden zijn, zegt Johannes:

‘Die de geboden van Jezus Christus bewaart, blijft in Hem en Hij in hem. Indien iemand zegt: Ik heb God volkomen lief; maar hij haat zijn broeder, die is een leugenaar; want die zijn broeder niet liefheeft, die hij gezien heeft, hoe kan hij God liefhebben, die hij niet gezien heeft. Dit gebod hebben wij van Hem, dat die God liefheeft, ook zijn broeder zal liefhebben’, (1 Johannes 3:24; 4:20-21).

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.

Bible

 

Johannes 10:1

Studie

       

1 Voorwaar, Voorwaar zeg Ik ulieden: Die niet ingaat door de deur in den stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4943

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

4943. In de lagere aarde onder de voeten en de voetzolen zijn ook diegenen die verdienste hebben gesteld in weldaden en in werken; verscheidenen van hen schijnt het toe alsof zij hout zagen; de plaats waar zij zijn, is kouder en het schijnt hun toe alsof zij zich warmte verwerven door hun arbeid. Ik heb ook met hen gesproken en het werd gegeven hun te zeggen of zij niet uit deze plaats wilden weggaan; zij zeiden dat zij het nog niet door arbeid hadden verdiend; maar wanneer die staat is doorgemaakt, worden zij daaruit gehaald. Dezen zijn ook natuurlijk, omdat het heil willen verdienen niet geestelijk is; en bovendien stelden zij zichzelf boven anderen, sommigen van hen verachten ook anderen; indien zij niet méér vreugde dan de overigen in het andere leven ontvangen, zijn zij verontwaardigd tegen de Heer; en daarom, wanneer zij hout zagen, verschijnt soms als het ware iets van de Heer onder het hout en wel vanwege de verontwaardiging. Maar omdat zij een vroom leven hebben geleid en vanuit onwetendheid zo hebben gedaan, waarin iets van onschuld was, worden daarom soms engelen tot hen gezonden en zij vertroosten hen; en bovendien verschijnt hun van boven van de linkerzijde soms als het ware een schaap, op het zien waarvan zij ook troost ontvangen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl