1. Dat het Woord van het Oude Testament verborgenheden van de hemel bevat, en dat zowel het geheel als elke bijzonderheid daarvan op de Heer betrekking heeft, op Zijn hemel, op de Kerk, op het geloof en de dingen van het geloof, kan geen sterveling uit de letter opmaken. Uit de letter of uit de letterlijke zin ziet niemand iets anders, dan dat het in het algemeen gaat over de uiterlijke dingen van de Joodse Kerk, terwijl er overal een innerlijke zin is, dat nergens in het uiterlijke aan het licht komt, behalve dan het zeer weinige dat de Heer onthuld heeft en aan de apostelen heeft ontvouwd; zo bijvoorbeeld, dat de offeranden de Heer betekenen, het land Kanaän en Jeruzalem en ook het Paradijs, de hemel betekenen, waarom dan ook van het hemelse Kanaän en Jeruzalem gesproken wordt.

3004. Very deep arcana lie concealed within the internal sense, which up to now have not come to anyone's knowledge. This becomes clear from what has been stated and shown up to this point, and from what will be shown in the Lord's Divine Mercy in what follows. It becomes absolutely clear from the internal sense of our Lord's two names JESUS CHRIST. When these are mentioned few have any other notion than that they are proper names which are little different from, though more sacred than, the names of any other human being. Better educated people know, it is true, that Jesus means Saviour, and Christ the Anointed, from which they conceive some more interior notion. But this is not the same as the things which the angels in heaven perceive from those names. They perceive things more Divine still, that is to say, when Jesus is mentioned by someone reading the Word they perceive Divine Good, and when Christ is mentioned, Divine Truth. And when both are mentioned together they perceive the Divine marriage of good to truth, and of truth to good. Thus they perceive everything Divine within the heavenly marriage, which is heaven. What the heavenly marriage is, see 2173, 2803.