13
Dat een man bij haar door bijligging des zaads zal gelegen hebben, en het voor de ogen haars mans zal verborgen zijn, en zij zich verheeld zal hebben, zijnde nochtans onrein geworden; en geen getuige tegen haar is, en zij niet betrapt is;
28
En het zal voor Aaron en zijn zonen zijn tot een eeuwige inzetting vanwege de kinderenIsraels; want het is een hefoffer; en het hefoffer vanwege de kinderenIsraels zal zijn van hun dankofferen; hun hefoffer zal voor den HEERE zijn.