18
Wij zullen niet wederkeren tot onze huizen, totdat zich de kinderenIsraels tot erfelijke bezitters zullen gesteld hebben, een ieder van zijn erfenis.
16
Alzo spreekt de ganse gemeente des HEEREN: Wat overtreding is dit, waarmede gijlieden overtreden hebt tegen den God van Israel, heden afkerende van achter den HEERE, mits dat gij een altaar voor u gebouwd hebt, om heden tegen den HEEREwederspannig te zijn?