7695. En farao haastte om Mozes en Aharon te roepen; dat dit de vrees toen betekent voor het Ware uit het Goddelijke, staat vast uit de betekenis van haasten, namelijk de vrees; elk haasten immers ontstaat uit de een of andere aansporing van een aandoening, hier vanuit de emotie van vrees, zoals blijkt uit de woorden van farao: ‘Ik heb gezondigd tegen Jehovah uw God en tegen ulieden; smeekt dat Hij verwijdere alleen deze dood’; uit de uitbeelding van farao, namelijk zij die bestoken, waarover meermalen eerder; en uit de uitbeelding van Mozes en Aharon, namelijk het Ware uit het Goddelijke: Mozes het innerlijke en Aharon het uiterlijke, nrs. 7089, 7382.