30
Toen stilde Kaleb het volk voor Mozes, en zeide: Laat ons vrijmoedig optrekken, en dat erfelijk bezitten; want wij zullen dat voorzeker overweldigen!
12
En nu, geef mij dit gebergte, waarvan de HEERE te dien dagegesproken heeft; want gij hebt het te dienzelven dagegehoord, dat de Enakieten aldaar waren, en dat er grote vaste steden waren; of de HEERE met mij ware, dat ik hen verdreef, gelijk als de HEEREgesproken heeft.