Bible

 

Micha 2

Studie

   

1 Wee dien, die ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand is.

2 En zij begeren akkers, en roven ze, en huizen, en nemen ze weg; alzo doen zij geweld aan den man en zijn huis, ja, aan een iegelijk en zijn erfenis.

3 Daarom, alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik denk een kwaad over dit geslacht, waaruit gijlieden uw halzen niet zult uittrekken, en zult zo rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd zijn.

4 Te dien dage zal men een spreekwoord over ulieden opnemen; en men zal een klagelijke klacht klagen, en zeggen: Wij zijn ten enenmale verwoest; Hij verwisselt mijns volks deel; hoe ontwendt Hij mij; Hij deelt uit, afwendende onze akkers.

5 Daarom zult gij niemand hebben, die het snoer werpe in het lot, in de gemeente des HEEREN.

6 Profeteert gijlieden niet, zeggen zij, laat die profeteren; zij profeteren niet als die; men wijkt niet af van smaadheden.

7 O gij, die Jakobs huis geheten zijt! Is dan de Geest des HEEREN verkort? Zijn dat Zijn werken? Doen Mijn woorden geen goed bij dien, die recht wandelt?

8 Maar gisteren stelde zich Mijn volk op, tot vijand, tegenover een kleed; gij stroopt een mantel van degenen, die zeker voorbijgaan, wederkomende van den strijd.

9 De vrouwen Mijns volks verdrijft gij, elkeen uit het huis van haar vermakingen; van haar kinderkens neemt gij Mijn sieraad in eeuwigheid.

10 Maakt u dan op, en gaat henen; want dit land zal de rust niet zijn; omdat het verontreinigd is, zal het u verderven, en dat met een geweldige verderving.

11 Zo er iemand is, die met wind omgaat, en valselijk liegt, zeggende: Ik zal u profeteren voor wijn en voor sterken drank! dat is een profeet dezes volks.

12 Voorzeker zal Ik u, o Jakob! gans verzamelen; voorzeker zal Ik Israels overblijfsel vergaderen; Ik zal het te zamen zetten als schapen van Bozra; als een kudde in het midden van haar kooi zullen zij van mensen deunen.

13 De doorbreker zal voor hun aangezicht optrekken; zij zullen doorbreken, en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken; en hun koning zal voor hun aangezicht henengaan; en de HEERE in hun spits.

   

Bible

 

Jesaja 5:8

Studie

       

8 Wee dengenen, die huis aan huis trekken, akker aan akker brengen, totdat er geen plaats meer zij, en dat gijlieden alleen inwoners gemaakt wordt in het midden des lands!

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1488

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

1488. Dat ‘en zijn huis’ de dingen betekent, welke Hij verzameld had, kan uit de betekenis van het huis blijken, namelijk dat het hier voor de wetenschappelijke dingen staat, die verzameld worden. Wetenschappelijke dingen verzamelen en daarmee de uiterlijke mens oprichten en hem bouwen, is niet ongelijk aan het bouwen van een huis; daarom wordt dan ook in het Woord door bouwen en door huizen bouwen herhaaldelijk iets dergelijks aangeduid, zoals bij Jesaja:

‘Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; zij zullen huizen bouwen en bewonen; en zij zullen wijngaarden planten, en hun vruchten eten; zij zullen niet bouwen dat het een ander bewoont’, (Jesaja 65:17, 21, 22);

het huis betekent hier: naar wijsheid en inzicht, dus waar de erkentenissen van het goede en het ware zijn, want er wordt over het rijk van de Heer gehandeld, namelijk over de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde.

Bij Jeremia:

‘Bouwt huizen, en woont daarin, en plant hoven en eet de vrucht daarvan’, (Jeremia 29:5);

op dezelfde wijze.

Bij David:

‘Welgelukzalig is de man, die Jehovah vreest, die grote lust heeft in Zijn geboden; in zijn huis zal have en rijkdom wezen, en zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid’, (Psalm 112:1, 3);

waar have en rijkdom voor de goederen en rijkdommen van wijsheid en inzicht staan, dus voor de erkentenissen die in zijn huis, dat wil zeggen, bij hem zijn. In de tegenovergestelde zin wordt het huis bij Zefanja genomen:

‘Ik zal bezoeking doen over hen, die in hun hart zeggen: Jehovah doet geen goed, en Hij doet geen kwaad, en hun vermogen zal geroofd worden, en hun huizen verlaten, en zij zullen huizen bouwen en niet bewonen, en wijngaarden planten en de wijn niet drinken’, (Zefanja 1:12, 13).

Bij Haggaï:

‘Klimt op de berg en brengt hout aan, en bouwt het huis; veel werd verwacht, en ziet, weinig; en gij hebt het in huis gebracht en Ik heb het uiteen geblazen. Waarom dat? spreekt Jehovah: omwille van Mijn huis, dat verlaten is, en gij loopt elk naar zijn huis; daarom zijn de hemelen over u gesloten, dat er geen dauw is’, (Haggaï 1:8, 9, 10);

het huis staat voor de wetenschappelijke dingen, die, door middel van de redenering, valsheden voortbrengen.

Bij Jesaja:

‘Wee degenen, die huis aan huis trekken, zij brengen veld aan veld, totdat er geen plaats meer is, en gij alleen woont in het midden van het land; zo niet vele huizen tot verlating zullen worden, de grote en de goede zonder inwoner; de wijngaard van Jehovah is het huis van Israël’, (Jesaja 5:8, 9);

eveneens voor de wetenschappelijke dingen, waardoor valsheden ontstaan.

Bij Amos:

‘Ziet, Jehovah geeft bevel, en Hij zal het grote huis slaan met reten, en het kleine huis met spleten; zullen ook paarden rennen op een steenrots, zal men ook runderen ploegen, dat gij het gericht in gal hebt verkeerd, en de vrucht van gerechtigheid in alsem’, (Amos 6:11, 12);

hier staat het huis op dezelfde wijze voor de valsheden en de boosheden daarvan; de paarden voor de redenering, het gericht voor de waarheid die in gal verkeerd worden, en de vrucht van gerechtigheid voor de goedheden, die in alsem verkeerd worden. Aldus staat in het Woord het huis herhaaldelijk voor het gemoed van de mens, waarin inzicht en wijsheid moeten zijn. Hier staat het huis van Farao voor de wetenschappelijke dingen, waardoor inzicht en aldus wijsheid komt. Iets dergelijks is ook aangeduid door het huis, dat Salomo voor de dochter van Farao bouwde, (1 Koningen 7:8) en vervolg. Omdat het huis genomen wordt voor elk gemoed, waarin inzicht en wijsheid zijn, en dat de neigingen heeft, die tot de wil behoren, heeft het huis in het Woord een uitgebreide betekenis; wat echter in het bijzonder betekent, kan blijken uit de dingen waarop het betrokken wordt; de mens zelf wordt ook een huis genoemd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl