Bible

 

Micha 2

Studie

   

1 Wee dien, die ongerechtigheid bedenken, en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder hand is.

2 En zij begeren akkers, en roven ze, en huizen, en nemen ze weg; alzo doen zij geweld aan den man en zijn huis, ja, aan een iegelijk en zijn erfenis.

3 Daarom, alzo zegt de HEERE: Ziet, Ik denk een kwaad over dit geslacht, waaruit gijlieden uw halzen niet zult uittrekken, en zult zo rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd zijn.

4 Te dien dage zal men een spreekwoord over ulieden opnemen; en men zal een klagelijke klacht klagen, en zeggen: Wij zijn ten enenmale verwoest; Hij verwisselt mijns volks deel; hoe ontwendt Hij mij; Hij deelt uit, afwendende onze akkers.

5 Daarom zult gij niemand hebben, die het snoer werpe in het lot, in de gemeente des HEEREN.

6 Profeteert gijlieden niet, zeggen zij, laat die profeteren; zij profeteren niet als die; men wijkt niet af van smaadheden.

7 O gij, die Jakobs huis geheten zijt! Is dan de Geest des HEEREN verkort? Zijn dat Zijn werken? Doen Mijn woorden geen goed bij dien, die recht wandelt?

8 Maar gisteren stelde zich Mijn volk op, tot vijand, tegenover een kleed; gij stroopt een mantel van degenen, die zeker voorbijgaan, wederkomende van den strijd.

9 De vrouwen Mijns volks verdrijft gij, elkeen uit het huis van haar vermakingen; van haar kinderkens neemt gij Mijn sieraad in eeuwigheid.

10 Maakt u dan op, en gaat henen; want dit land zal de rust niet zijn; omdat het verontreinigd is, zal het u verderven, en dat met een geweldige verderving.

11 Zo er iemand is, die met wind omgaat, en valselijk liegt, zeggende: Ik zal u profeteren voor wijn en voor sterken drank! dat is een profeet dezes volks.

12 Voorzeker zal Ik u, o Jakob! gans verzamelen; voorzeker zal Ik Israels overblijfsel vergaderen; Ik zal het te zamen zetten als schapen van Bozra; als een kudde in het midden van haar kooi zullen zij van mensen deunen.

13 De doorbreker zal voor hun aangezicht optrekken; zij zullen doorbreken, en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken; en hun koning zal voor hun aangezicht henengaan; en de HEERE in hun spits.

   

Bible

 

Ezechiël 36:37

Studie

       

37 Alzo zegt de Heere Heere: Daarenboven zal Ik hierom van het huis Israels verzocht worden, dat Ik het hun doe; Ik zal ze vermenigvuldigen van mensen, als schapen.

Ze Swedenborgových děl

 

The Inner Meaning of the Prophets and Psalms # 159

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 418  
  

159. Internal Meaning of Ezekiel, Chapter 36

The perverted church in general. (3)

1-2 It has been destroyed by evils and falsities. (3)

3-7 Because it has been destroyed even to its ultimates, those that have been destroyed will perish. (3, 3)

8-12 A new church will be established by the Lord, which will be in truths and goods. (11, 1)

13-15 The evils and falsities of the perverted church will no longer do any harm. (11)

16-19 That perverted church will perish utterly. (2)

20-23 Yet it will still be tolerated because of the Word, and because the Lord is known by means of the Word. (2)

24-30 A new church will then be established, which, being freed from falsities and evils, will be in truths and goods, and will acknowledge the Lord. (11)

31-32 It will reject evils. (11)

33-36 Its intelligence will gradually grow by means of Divine truths. (11)

37-38 The Lord will be acknowledged in it, and there will be the worship of Him. (11, 6)

  
/ 418  
  

Thanks to the Swedenborg Foundation for the permission to use this translation.