173. Door het Woord hebben ook diegenen licht die buiten de Kerk zijn en het Woord niet hebben; dit is getoond in de ‘Leer van Nova Hierosolyma over de Heilige Schrift’, n. 104-113. Omdat de mens door het Woord licht heeft en hij vanuit het licht het verstand heeft, en zowel de bozen als de goeden dit hebben, volgt dat er vanuit het oorspronkelijke licht, er ook licht is in de afleidingen ervan; dit zijn de doorvattingen en gedachten over onverschillig welke zaak. De Heer zegt: ‘Dat zij zonder Hem niets kunnen doen’, (Johannes 15:5). ‘Dat een mens niet wat ook kan nemen tenzij het hem vanuit de hemel gegeven is’, (Johannes 3:27). ‘En dat de Vader in de hemelen Zijn zon doet opkomen over de bozen en de goeden; en regen zendt over de gerechten en de ongerechten’, (Mattheüs 5:45). Onder de zon wordt hier, zoals elders in het Woord, in de geestelijke zin ervan verstaan het Goddelijk Goede van de Goddelijke Liefde en onder de regen het Goddelijk Ware van de Goddelijke Wijsheid. Deze worden aan de boze en de goede mens gegeven als ook aan de gerechte en de ongerechte mens, want indien zij niet werden gegeven, zou niet iemand begrip en denken hebben. Dat het slechts het enige leven is waar vanuit allen het leven hebben, is boven getoond, en het begrijpen en het denken zijn van het leven. Daarom is vanuit dezelfde bron waar vanuit het leven is, eveneens het begrijpen en het denken. Dat alle licht dat het verstand maakt, is vanuit de Zon van de geestelijke wereld, welke de Heer is, werd met vele dingen eerder aangetoond.

104. Door middel van het Woord hebben ook degenen licht die buiten de Kerk zijn en het Woord niet hebben.

Er kan geen verbinding met de hemel worden gegeven, tenzij er op de aarde een Kerk is, waar het Woord is en hierdoor de Heer bekend is, omdat de Heer is de God van hemel en aarde, en zonder de Heer geen heil. Het is genoeg als er een Kerk is, waar het Woord is, ook al bestaat die uit betrekkelijk weinigen; hierdoor is de Heer toch aanwezig overal in het gehele wereld rond, want hierdoor is de hemel verbonden met het menselijk geslacht; dat er verbinding is door het Woord, zie eerder in artikel 62-69.