45
Opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
45
Opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
2630. Dat Izaäk het Goddelijk Redelijk betekent, blijkt uit wat eerder over Abraham, Izaäk en Jakob is gezegd in de nrs. 1893, 2066, 2083, namelijk dat Abraham het hoogste Goddelijke uitbeeldt, Izaäk het Goddelijk Redelijke en Jakob Zijn Goddelijk Natuurlijke; ook zal het blijken uit hetgeen volgt, waar van Izaäk sprake is.