Bible

 

Mattheüs 12:47

Studie

       

47 En iemand zeide tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders staan daar buiten, zoekende U te spreken.

Ze Swedenborgových děl

 

Ware Christelijke Religie # 138

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 853  
  

138. Hoofdstuk 3 - DE HEILIGE GEEST EN DE GODDELIJKE WERKING.

Al diegenen vanuit de heilige orde, die enige juiste voorstelling hebben ten aanzien van onze Heer Zaligmaker gekoesterd hebben, worden zodra zij de geestelijke wereld binnentreden – wat meestal op de derde dag na hun overlijden plaatsvindt – eerst over de Goddelijke Drievuldigheid onderricht; en in het bijzonder over de Heilige Geest, namelijk dat deze niet een God op zichzelf is, maar dat onder Hem in het Woord de uit de éne en alomtegenwoordige God voortgaande Goddelijke werking wordt verstaan. De reden, waarom zij in het bijzonder over de Heilige Geest worden onderricht, is deze, dat de meeste dwepers na de dood in de onzinnige fantasie vallen, dat zij zelf de Heilige Geest zijn; en dat velen van de Kerk, die in de wereld geloof hebben, dat de heilige Geest door hen sprak, anderen verschrikken door de woorden van de Heer bij Mattheüs, namelijk, ‘dat het spreken tegen de dingen, die de Heilige Geest hun ingeblazen heeft, een onvergeeflijke zonde is’, (Mattheüs 12:31-32). Zij die na die onderwijzing afzien van het geloof, dat de Heilige Geest een God op zichzelf is, worden daarna ingelicht over de eenheid van God, namelijk dat zij niet verdeeld is in drie personen, waarvan ieder afzonderlijk God en Heer is overeenkomstig de geloofsbelijdenis van Athanasius, maar dat de Goddelijke Drievuldigheid in de Heer Zaligmaker is, zoals ziel en lichaam en de voortgaande kracht bij ieder mens. Daarna worden dezen voorbereid tot de aanneming van het geloof van de nieuwe hemel; en nadat zij zijn voorbereid, wordt hun de weg geopend tot een gezelschap in de hemel, waar een dergelijk geloof is, en wordt hun een woning gegeven bij de medebroeders, met wie zij tot in eeuwigheid zullen leven in gelukzaligheid. Daar reeds gehandeld werd over God de Schepper en over God de Verlosser, is het nu noodzakelijk, dat ook gehandeld wordt over de Heilige Geest. Deze verhandeling zal, evenals de overige, in artikelen worden onderverdeeld, en deze zijn de volgende:

I. De Heilige Geest is de Goddelijke Waarheid, alsmede de Goddelijke Kracht en Werking, voortgaande uit de éne God, in wie de Goddelijke Drievuldigheid is, dus uit de Heer God Zaligmaker.

II. De Goddelijke Kracht en Werking, die onder de Heilige Geest wordt verstaan, zijn in het algemeen: de hervorming en wederverwekking, en overeenkomstig deze de vernieuwing, de levendmaking, de heiliging en de rechtvaardiging; en overeenkomstig deze de reiniging van boosheden en de vergeving van de zonden; en tenslotte de zaligmaking.

III. Deze Goddelijke Kracht en Werking, die wordt verstaan onder de zending van de Heilige Geest, is bij de geestelijken in het bijzonder de verlichting en de onderwijzing.

IV. De Heer werkt deze krachten in hen die in Hem geloven.

V. De Heer werkt vanuit zichzelf uit de Vader, en niet omgekeerd.

VI. De geest van de mens is zijn gemoed en al wat daaruit voortgaat.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.