Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3037
3037. Dat de woorden ‘en die tot mij gesproken heeft en die mij gezworen heeft, zeggende’ betekenen, waaruit Zijn Goddelijk willen en verstaan was, blijkt uit de betekenis van spreken, namelijk innerlijk gewaarworden, waarover nr. 3029 en tevens van willen, nr. 2626;
en uit de betekenis van zweren, namelijk de bevestiging door het Goddelijke en dit heeft betrekking op de waarheden die tot het verstand behoren, nr. 2842. Wanneer over Jehovah wordt gezegd, dat Hij spreekt, wordt in de innerlijke zin bedoeld, dat Hij wil; want al wat Jehovah spreekt, dat wil Hij; en wanneer over Jehovah wordt gezegd, dat Hij zweert, wordt in de innerlijke zin bedoeld, dat Hij verstaat dat het waar is; zo wordt dus door ‘zweren’ aangeduid ‘verstaan’, wanneer dit op Jehovah betrekking heeft, zoals ook kan blijken uit die plaatsen die in nr. 2842 uit het Woord zijn aangehaald.