Bible

 

Klaagliederen 2:8

Studie

       

8 Cheth. De HEERE heeft gedacht te verderven den muur der dochter Sions; Hij heeft het richtsnoer daarover getogen, Hij heeft Zijn hand niet afgewend, dat Hij ze niet verslonde; en Hij heeft den voormuur en den muur te zamen treurig gemaakt, zij zijn verzwakt.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 6524

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

6524. De ouderen van zijn huis; dat dit betekent die welke zouden samenstemmen met het goede, staat vast uit de betekenis van de ouderen, namelijk de voornaamste dingen van de wijsheid, dus die overeenstemmen met het goede, waarover hierna; en uit de betekenis van het huis, namelijk het goede, waarover de nrs. 2559, 3652, 3720, 4982.

Dat de ouderen de voornaamste dingen van de wijsheid zijn, komt omdat de Ouden in het Woord de wijzen betekenen en in de zin die los staat van de persoon, de wijsheid; aangezien de twaalf stammen van Israël alle ware en goede dingen in samenvatting betekenden, waren over hen vorsten en eveneens ouderen gesteld en met de vorsten werden de primaire ware dingen aangeduid, die van het inzicht zijn en met de ouderen de voornaamste dingen van de wijsheid, dus die van het goede zijn; dat de vorsten de primaire ware dingen betekenen, die van het inzicht zijn, nrs. 1482, 2089, 5044;

dat echter de ouderen de voornaamste dingen van de wijsheid betekenden en de Ouden de wijsheid, blijkt uit deze plaatsen, bij David:

‘Zij zullen Jehovah verheffen in de vergadering des volks en in de zitting der ouden zullen zij Hem loven’, (Psalm 107:32);

de vergadering des volks staat voor hen die in de ware dingen zijn die van het inzicht zijn, want van vergadering wordt gesproken met betrekking tot de ware dingen, nrs. 1259, 1260, 2928, 3295, 3581;

de zitting der ouden staat voor hen die in het goede zijn, dat van de wijsheid is; de wijsheid immers is van het leven en dus van het goede; het inzicht echter is van de erkentenissen, dus van het ware, nr. 1555.

Bij dezelfde:

‘Meer dan de ouden ben ik wijs, omdat ik Uw bevelen heb bewaard’, (Psalm 119:100);

de ouden staan klaarblijkend voor de wijze. Evenzo bij Job:

‘In de ouden is de wijsheid, in de lengte der dagen het inzicht’, (Job 12:12).

Bij Mozes:

‘Voor het grijze haar zult gij opstaan en eren zult gij de aangezichten des ouden’, (Leviticus 19:32);

dit was bevolen omdat de ouden de wijsheid uitbeeldden.

Bij Johannes:

‘Op de tronen zag ik de vierentwintig ouderen zittende, bekleed met witte bekleedselen, die op hun hoofden gouden kronen hadden’, (Openbaring 4:4);

de ouderen staan voor de dingen die van de wijsheid zijn, dus die van het goede zijn; dat de ouderen die dingen zijn, blijkt uit de beschrijving, namelijk dat zij op tronen zaten, bekleed waren met witte bekleedselen en gouden kronen op de hoofden hadden; de tronen immers zijn de ware dingen van het inzicht vanuit het goede dat van de wijsheid is, nr. 5313;

de witte bekleedselen eender; dat de bekleedselen de ware dingen zijn, nrs. 1073, 4545, 4763, 5248, 5954;

en dat van het witte wordt gesproken met betrekking tot het ware, nrs. 3301, 5319;

de gouden kronen op de hoofden zijn de goede dingen van de wijsheid; het goud immers is het goede van de liefde, nrs. 113, 1551, 1552, 5658;

en het hoofd is het hemelse, waar de wijsheid is, nrs. 4938, 4939, 5328, 6436; wijzen worden diegenen genoemd die in de derde of binnenste hemel zijn, inzichtsvollen echter zij die in de middelste of tweede hemel zijn, dus degenen die de Heer niet zo dicht nabij zijn.

Bij dezelfde:

‘Alle engelen stonden rondom de troon en de ouderen en de vier dieren’, (Openbaring 7:11);

de ouderen ook voor de dingen die van de wijsheid zijn. Ook in deze volgende plaatsen; bij Jesaja:

‘De knaap zal zich verheffen tegen de oude en de verachte tegen de geëerde’, (Jesaja 3:5).

Bij dezelfde:

‘Jehovah Zebaoth zal regeren in de berg Zions en in Jeruzalem en voor haar ouderen zal heerlijkheid zijn’, (Jesaja 24:23).

Bij Jeremia:

‘Mijn priesters en mijn ouderen hebben in de stad de geest gegeven, omdat zij spijze voor zich hebben gezocht om daarmee hun ziel te verkwikken’, (Klaagliederen 1:19).

Bij dezelfde:

‘Haar koning en haar vorsten onder de natiën; geen wet; zij zitten op de aarde, zij zwijgen stil, de ouderen der dochter Zions’, (Klaagliederen 2:9, 10).

Bij dezelfde:

‘Zij hebben de vrouwen in Zion verkracht, de maagden in de steden van Jehudah, de vorsten zijn door hun hand opgehangen, de aangezichten der ouden zijn niet geëerd geweest, de ouderen hielden op aan de poort’, (Klaagliederen 5:11, 12, 14).

Bij Ezechiël:

‘Ellende zal op ellende komen en er zal gerucht op gerucht zijn; derhalve zullen zij van de profeet het gezicht zoeken, maar de wet is vergaan van de priester en de raad van de ouderen; de koning zal rouwen en de vorst zal met verbijstering bekleed zijn’, (Ezechiël 7:26, 27).

Bij Zacharia:

‘Nog zullen er oude mannen en vrouwen wonen in de straten van Jeruzalem en de man in wiens hand zijn staf is vanwege de veelheid der dagen’, (Zacharia 8:3, 4).

Opdat de ouderen de dingen zouden uitbeelden die van de wijsheid zijn, werd er van de geest van Mozes genomen en aan hen gegeven, waardoor zij profeteerden, (Numeri 11:16).

De ouderen staan in de tegenovergestelde zin voor de dingen die strijdig zijn met de wijsheid, (Ezechiël 8:11, 12).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2089

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

2089. Dat de woorden ‘twaalf vorsten zal hij gewinnen’ de voornaamste geboden betekenen die tot de naastenliefde behoren, blijkt uit de betekenis van twaalf, namelijk alle dingen van het geloof; en uit de betekenis van de vorsten, namelijk de voornaamste dingen. Koning en vorsten worden herhaalde malen in het Woord genoemd, maar in de innerlijke zin betekenen zij nooit een koning of vorsten, maar dat wat het voornaamste is van de zaak waarop zij betrekking hebben. Dat de koningen in één samenvatting de waarheden betekenen is eerder in nr. 2015 aangetoond. Dat de vorsten de voornaamste dingen van het ware betekenen, die de geboden zijn, nr. 1482;

vandaar worden de engelen vorstendommen genoemd, omdat zij in de waarheden zijn, en wel de geestelijke engelen. Vorsten worden zij genoemd vanwege de waarheden die tot de naastenliefde behoren, want, als eerder in nr. 1832 gezegd, ontvangen zij die geestelijk zijn door de waarheden, die hun als waar verschijnen de naastenliefde, en door deze een geweten van de Heer. Dat twaalf alle dingen van het geloof betekent, was de wereld tot dusver onbekend, niettemin betekent het getal twaalf, zo vaak het zowel in het historische als het profetische gedeelte in het Woord voorkomt, niets anders. Door de twaalf zonen van Jakob en vandaar door de naar hen genoemde twaalf stammen, wordt niets anders aangeduid; zo eveneens door de twaalf discipelen van de Heer; eenieder van beide voorbeelden beeldde iets wezenlijks en hoofdzakelijks van het geloof uit. Wat iedere zoon van Jakob en vandaar wat iedere stam van Israël heeft uitgebeeld, zal door de Goddelijk barmhartigheid, in hetgeen volgt, waar van de zonen van Jakob sprake is, worden gezegd, (Genesis 29 en 30).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl