24
Zoudt gij niet dengene erven, dien uw god Kamos voor u uit de bezitting verdreef? Alzo zullen wij al dengene erven, dien de HEERE, onze god, voor ons aangezicht uit de bezitting verdrijft.
18
Toen zeide het volk, de oversten van Gilead, de een tot den ander: Wie is de man, die beginnen zal te strijden tegen de kinderenAmmons? die zal tot een hoofd zijn over alle inwoners van Gilead.