8
En zij onderdrukten en vertraden de kinderenIsraels in datzelve jaar; achttien jaren, onderdrukten zij al de kinderenIsraels, die aan gene zijde van de Jordaan waren, in het land der Amorieten, dat in Gilead is.
20
Daarom ontstak de toorn des HEEREN tegen Israel, dat Hij zeide: Omdat dit volk Mijn verbond heeft overtreden, dat Ik hun vaderen geboden heb, en zij naar Mijn stem niet gehoord hebben;