5
Zij zullen daarhenen springen als een gedruis van wagenen, op de hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam, die stoppelen verteert; als een machtig volk, dat in slagorde gesteld is.
11Why art thou cast down, O my soul? and Why art thou disquieted within me? hope thou in God: for I shall yet praise him, who is the health of my countenance, and my God.