Bible

 

Joël 2:31

Studie

       

31 De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt.

Bible

 

I Koningen 8:36

Studie

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2943

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

2943. Dat de woorden ‘voor al degenen die ter poorte van zijn stad ingingen, zeggende’ betekenen, ten aanzien van de leerstellige dingen, waardoor er geloof is, blijkt uit de betekenis van de poort, te weten de ingang, dus dat wat binnenleidt, evenals de deur, waarover in de nrs. 2145, 2152, 2356, 2385 en uit de betekenis van de stad, namelijk het ware dat van het geloof is, waarover de nrs. 402, 2268, 2450, 2451, 2712. Steden waren in de Oude Kerk niet steden zoals later en heden ten dage, namelijk menigten en verzamelingen van individuen, maar zij werden gevormd door het tezamen wonen van afzonderlijke families; de familie van een stamvader vormde een stad, zoals de stad van Nachor, tot wie de knecht van Abraham kwam, toen hij Rebecca aan Izaäk zou uithuwelijken, (Genesis 24:10);

het was de familie van Nachor die daar was. En Schalem, de stad van Sichem, waarheen Jakob kwam, toen hij uit Paddan Aram ging, (Genesis 33:18; 34:1-31);

het was de familie van Hemor en Sichem die daar was, en zo was het ook met de overige steden in die tijd gesteld. En daar zij het van de Oudsten hadden, dat de natiën en families hemelse gezelschappen uitbeeldden en dus de dingen die van de liefde en van de naastenliefde zijn, zie nrs. 685, 1159 werd, wanneer in de plaats van een familie een stad en in plaats van een natie een volk genoemd werd, het ware aangeduid dat van het geloof is. Vandaar ook betekent de stad Gods en de heilige stad in de echte zin het geloof in de Heer; en daar de stad of de gemeente het geloof betekende, betekende de poort van de stad de leerstellige dingen, omdat deze tot het geloof binnenleiden. Dit werd ook in de uitbeeldende Joodse Kerk daarmee uitgebeeld, dat de rechters en ouderlingen in de poort van de stad zaten en daar recht spraken, zoals duidelijk blijkt uit de historische gedeelten van het Woord en eveneens bij Zacharia:

‘Dit zijn de woorden, die gij doen zult: spreekt de waarheid, de man met zijn metgezel, oordeelt de waarheid en een oordeel des vredes in uw poorten’, (Zacharia 8:16);

en bij Amos:

‘Haat het boze en hebt lief het goede en bestelt het gericht in de poort’, (Amos 5:15). Dat de poort ook de toegang tot het redelijk gemoed betekent en dat dit gemoed met een stad wordt vergeleken, zie nr. 2851.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl