Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3356
3356. Dat de beving de verandering van staat is vindt hierin zijn oorzaak, omdat de beving plaatsvindt in ruimte en tijd en in het andere leven is er geen voorstelling van ruimte en tijd, maar in plaats daarvan een voorstelling van staat. In het andere leven verschijnen alle dingen weliswaar als in de ruimte en volgen zij elkaar op als in de tijd, maar in zichzelf zijn daar ruimte en tijd veranderingen van staat, want daaruit komen zij voort. Dit is iedere geest overbekend, ook de boze geesten, die door in anderen gebrachte veranderingen van staat bewerkstelligen, dat zij op een andere plaats verschijnen, terwijl zij daar niet zijn. Ook de mens kan het bekend zijn uit het feit, dat voor zoveel de mens in de staat van de aandoeningen en de daaruit voortvloeiende vreugde is en voor zoveel hij in de staat van de gedachten en vandaar in de staat van de afwezigheid van het lichaam is, hij niet in de tijd is, want verscheidene uren schijnen hem dan nauwelijks als één uur te zijn en dit om deze reden, omdat zijn innerlijke mens of geest staten heeft, waarmee de ruimten en tijden van de uiterlijke mens overeenstemmen. Daarom is de beving, omdat die een geleidelijke voortgang in ruimte en tijd is, in de innerlijke zin een verandering van staat.