Bible

 

Joël 2:30

Studie

       

30 En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren.

Bible

 

I Koningen 8:36

Studie

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3138

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

3138. In deze drie verzen wordt gehandeld over de voorbereiding en verlichting van de natuurlijke mens, opdat daaruit het ware, dat met het goede in het redelijke verbonden moet worden, opgeroepen zou worden. Maar het is met de voorbereiding en verlichting als volgt gesteld: er zijn twee lichten die de verstandelijke dingen van de mens vormen: het licht van de hemel en het licht van de wereld. Het licht van de hemel komt van de Heer die voor de engelen in het andere leven Zon en Maan is, zie de nrs. 1053, 1521, 1529, 1530. Het licht van de wereld is uit de zon en de maan, die voor het lichamelijk gezicht verschijnen. De innerlijke mens heeft zijn gezicht en zijn verstand van het licht van de hemel; de uiterlijke mens echter heeft zijn gezicht en verstand van het licht van de wereld. De invloeiing van het licht van de hemel in de dingen die tot het licht van de wereld behoren, bewerkt de verlichting en tevens de waarneming; een waarneming van het ware wanneer er overeenstemming is en een waarneming van het valse in plaats van het ware, wanneer er geen overeenstemming is. Maar de verlichting en de waarneming kunnen niet bestaan, wanneer er geen aandoening of liefde is, die de geestelijke warmte is en leven geeft aan de dingen die door het licht verlicht worden; zoals ter vergelijking, de zon niet het leven geeft aan de dingen in het plantenrijk, maar de warmte die in het licht is, zoals duidelijk uitkomt in de jaargetijden. In de verzen die nu direct hierna volgen, wordt de voorbereiding verder beschreven, namelijk dat het licht van de hemel, dat het Goddelijk licht van de Heer is, invloeide in de dingen die tot het licht van de wereld behoorden in Zijn natuurlijke mens, opdat Hij daaruit het ware, dat met het goede in het redelijke verbonden moest worden, zou uitleiden, dus langs de gewone weg; en dit daarom, opdat de Heer het Menselijke Goddelijk zou maken, kwam Hij in de wereld langs de gewone weg, dat wil zeggen, wilde Hij net als een ander mens geboren worden en zoals een ander mens onderricht worden en zoals een ander mens wederverwekt worden; maar met dit verschil, dat de mens wederverwekt wordt door de Heer, terwijl de Heer niet alleen Zichzelf wederverwekte, maar ook verheerlijkte, dat wil zeggen, Goddelijk maakte; en verder dat de mens door de invloeiing van de naastenliefde en van het geloof een nieuw mens wordt, de Heer daarentegen door de Goddelijke liefde, die in Hem is en die van Hem is. Hieruit kan men zien dat de wederverwekking van de mens een beeld is van de verheerlijking van de Heer, of wat hetzelfde is, dat men in de voortgang van de wederverwekking van de mens als in een beeld, ofschoon verwijderd, de voortgang kan zien van de verheerlijking van de Heer.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl