25
Alzo zal Ik ulieden de jaren vergelden, die de sprinkhaan, de kever, en de kruidworm, en de rups heeft afgegeten; Mijn groot heir, dat Ik onder u gezonden heb.
25
Alzo zal Ik ulieden de jaren vergelden, die de sprinkhaan, de kever, en de kruidworm, en de rups heeft afgegeten; Mijn groot heir, dat Ik onder u gezonden heb.
677. Wat de spijs van de mens in de staat van de wedergeboorte betreft, daarmee is het als volgt gesteld: voordat de mens kan worden wedergeboren, moet hij worden toegerust met alles wat tot middel kan dienen, met de goedheden en het aangename van de neigingen voor de dingen van de wil; met waarheden uit het Woord, en met bevestigingen ook van elders voor de dingen van het verstand; voordat de mens daarmee is toegerust, kan hij niet wedergeboren worden, en dit nu zijn de spijzen; daarom kan de mens niet dan op volwassen leeftijd worden wedergeboren; maar er zijn voor ieder mens bijzondere en als het ware voor hem alleen geschikte spijzen, en hij wordt door de Heer daarvan voorzien, voordat hij wedergeboren wordt.