Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 119
119. Dat Assur het redelijke gemoed, of het redelijke van de mens betekent, komt duidelijk uit bij de profeten. Zo ook bij Ezechiël:
‘Zie, Assur was een ceder op de Libanon, schoon van takken, met schaduwrijk loof, hoog van stam; zijn top reikte tot in de wolken. Water maakte hem groot, de vloed uit de diepte deed hem hoog worden; die liet zijn stromen vloeien rondom de plaats waar hij geplant was, en deed zijn geulen uitgaan naar alle bomen des velds’, (Ezechiël 31:3, 4). Het redelijke wordt ceder op de Libanon genoemd; top tussen de dichte takken, betekent de verzamelde kennis van het geheugen, waarmee het dus zo gesteld is. Nog duidelijker komt het uit bij Jesaja:
‘Te dien dage zal er een heerbaan wezen van Egypte naar Assur, en Assur zal in Egypte komen en Egypte in Assur, en Egypte zal met Assur (Jehovah); dienen. Te dien dage zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assur, een zegen in het midden der aarde, omdat Jehovah der heerscharen het gezegend heeft met de woorden:
‘Gezegend zij mijn volk Egypte en het werk mijner handen, Assur, en mijn erfdeel Israël’, (Jesaja 19:23, 24, 25). Hier en op verscheidene andere plaatsen betekent Egypte de kennis, Assur de rede en Israël het inzicht.