20
En Ik zal dien van het noorden verre van ulieden doen vertrekken, en hem wegdrijven in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de Oostzee, en zijn einde naar de achterste zee; en zijn stank zal opgaan, en zijn vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan.
4
Hij zal van den hemel zenden, en mij verlossen, te schande makende dengene, die mij zoekt op te slokken. Sela. God zal Zijn goedertierenheid en Zijn waarheid zenden.