Bible

 

Joël 2:20

Studie

       

20 En Ik zal dien van het noorden verre van ulieden doen vertrekken, en hem wegdrijven in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de Oostzee, en zijn einde naar de achterste zee; en zijn stank zal opgaan, en zijn vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan.

Bible

 

Exodus 34:6

Studie

       

6 Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3447

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

3447. Dat de woorden ‘Abimelech ging tot hem uit Gerar’ de op de redelijke dingen gerichte leer van het geloof betekenen, blijkt uit de uitbeelding van Abimelech, namelijk de op de redelijke dingen gerichte leer van het geloof, nrs. 2504, 2509, 2510, 3391, 3393, 3397;

en uit de betekenis van Gerar, namelijk het geloof, nrs. 1209, 2504, 3365, 3384, 3385. Wat de op de redelijke dingen gerichte leer van het geloof is, zie nr. 3368. Er wordt hier tot aan vers 33 gehandeld over degenen die in de letterlijke zin van het Woord zijn en vandaar in de leerstellige dingen van het geloof, en ook over de overeenkomst van hun leerstellige dingen met de innerlijke zin, voor zover zij aan de letterlijke zin zijn ontleend; Abimelech en Achuzzat zijn metgezel en Pikol zijn legeroverste beelden deze leerstellige dingen uit; het zijn diegenen die het geloof tot het wezenlijke maken en de naastenliefde weliswaar niet verwerpen, maar haar achterstellen en dus de leer boven het leven verkiezen. Onze Kerken heden ten dage zijn bijna alle van dien aard, uitgezonder die, welke in dat christelijke heiligdom is, waar het vergund is heiligen te aanbidden en hun afgodsbeelden. Zoals er in elke Kerk van de Heer zijn, die innerlijke mensen zijn en die uiterlijke mensen zijn en de innerlijke mensen diegenen zijn die in de aandoening van het goede zijn en de uiterlijke mensen diegenen die in de aandoening van het ware zijn; evenzo ook dezen, die hier door Abimelech, zijn metgezel en zijn legeroverste worden uitgebeeld. De innerlijke mensen zijn diegenen waarover in (Genesis 21:22-33) werd gehandeld, waar van Abimelech en van Pikol zijn legeroverste werd gezegd, dat zij tot Abraham kwamen en een verbond met hem sloten in Beerschebah, waarover de nrs. 2719, 2720; maar de uiterlijke mensen zijn diegenen, waarover hier wordt gehandeld.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl