Bible

 

Joël 2:20

Studie

       

20 En Ik zal dien van het noorden verre van ulieden doen vertrekken, en hem wegdrijven in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de Oostzee, en zijn einde naar de achterste zee; en zijn stank zal opgaan, en zijn vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan.

Bible

 

I Koningen 8:36

Studie

       

36 Hoor Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben den goeden weg in denwelken zij wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk tot een erfenis gegeven hebt.

Ze Swedenborgových děl

 

Arcana Coelestia # 5877

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

5877. 'And Joseph said to his brothers' means that the internal celestial imparted a power of perception to the truths in the natural. This is clear from the meaning of 'saying' in the historical narratives of the Word as perception, dealt with in 1898, 1919, 2080, 2619, 2862, 3395, 3509, 5687, 5743, in this case an imparting of a power of perception, dealt with below; from the representation of 'Joseph' as the internal celestial, dealt with just above in 5869; and from the representation of the ten sons of Jacob, to whom 'brothers' refers here, as the truths in the natural, dealt within 5403, 5419, 5458, 5512. The internal sense is therefore this, that the internal celestial imparted a power of perception to the truths in the natural. The reason why 'saying' here means imparting a power of perception is that the subject in what follows below is the joining of the internal celestial, which is 'Joseph', to the truths in the natural, which are 'the sons of Jacob'. And when that joining together takes place an ability to perceive is imparted - through the affection for truth and thus for good.

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.