9140. En zijn lastdier zal ingelaten hebben; dat dit betekent indien hij uit slechts weinig bewustzijn dit doet, staat vast uit de betekenis van het lastdier, namelijk de wellust of de honger van het lichaam; dat het slechts weinig bewustzijn is, komt omdat de mens, wanneer hij daarin is, slechts weinig de rede raadpleegt en zich dan maar weinig bewust is.

Alle dieren van welk geslacht en soort zij ook zijn, betekenen aandoeningen: de zachtaardige en nuttige dieren de goede aandoeningen en de wreedaardige en onnutte de boze aandoeningen, nrs. 45, 46, 142, 143, 714-719, 1823, 2180, 2781, 3218, 3519, 5198, 7523, 7872, 9090.

Wanneer een dier een lastdier wordt genoemd, betekent het de louter lichamelijke aandoeningen, die in zich slechts weinig van rede hebben, want hoe meer de mens uit het lichaam handelt, des te minder handelt hij vanuit de rede, het lichaam immers is in de wereld, dus verwijderd van de hemel, waar de echte rede is.

Het lastdier wordt ook in de oorspronkelijke taal genoemd naar het brute en het domme, dus vanwege slechts weinig bewustzijn, zoals bij (Jesaja 19:11; Psalm 49:11; Psalm 73:22; Jeremia 51:17) en elders.