8103. En zij trokken voort uit Sukkoth en zij legerden zich in Etham, betekent de tweede staat nadat zij bevrijd waren, staat hieruit vast dat het voorttrekken en de standplaatsen van de zonen Israëls, nadat zij uit Egypte waren uitgegaan, de geestelijke staten betekenen van hen die door de Heer bevrijd waren, waarover eerder; de veranderingen van de staten worden aangeduid met reizen van de ene plaats naar de andere en de standplaatsen daar; hier wordt de tweede staat aangeduid met het voorttrekken uit Sukkoth tot Etham, omdat de eerste staat wordt aangeduid met het voorttrekken uit Raämses tot Sukkoth, nr. 7972; ook worden met het voorttrekken in de innerlijke zin van het Woord de staten en de inzettingen van het leven aangeduid, nrs. 1293, 3335, 5605 en met de standplaatsen de ordeningen van het ware en het goede die van het leven zijn, nr. 4236.