Bible

 

Joël 2:10

Studie

       

10 De aarde is beroerd voor deszelfs aangezicht, de hemel beeft; de zon en maan worden zwart, en de sterren trekken haar glans in.

Bible

 

Exodus 34:6

Studie

       

6 Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid.

Ze Swedenborgových děl

 

Beknopte Uiteenzetting vd Leer van de Nieuwe Kerk # 78

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 120  
  

78. Korte verklaring

In het profetische Woord wordt van zon, maan en sterren iets dergelijks gezegd als hier bij, (Mattheüs 24:29), bijvoorbeeld bij Jesaja: ‘Zie de dag van Jehovah komt, gruwelijk, de sterren van de hemel en zijn gesternten zullen haar licht niet laten lichten, de zon zal in haar opgang verduisterd worden en de maan zal haar licht niet laten schijnen’, (Jesaja 13bb9, 10); bij Ezechiël: ‘Als Ik u zal uitblussen, zal Ik de hemel bedekken en zijn sterren zwart maken; Ik zal de zon met een wolk bedekken en de maan zal haar licht niet laten lichten en Ik zal duisternis over uw land maken’, (Ezechiël 32:7-8); bij Joël: ‘De dag van Jehovah komt, een dag van duisternis, de zon en de maan worden zwart, de sterren trekken haar glans in’, (Joël 2:1-2, 10); bij dezelfde: ‘De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, eer dat de grote dag van Jehovah komt’, (Joël 2:31); ‘De dag van Jehovah is nabij in het dal van het oordeel, de zon en de maan zijn zwart geworden, (Joël 3:14-15); in de Openbaring: ‘De vierde engel heeft gebazuind en het derde deel van de zon werd geslagen en het derde deel van de sterren en het derde deel van de dag heeft niet gelicht’, (Apocalyps 8:12) en elders: ‘De zon werd zwart als een haren zak en de maan werd als bloed’, (Apocalyps 6:12).

In al deze plaatsen wordt gehandeld over de laatste tijd van de Joodse Kerk, dat wil zeggen, toen de Heer in de wereld kwam; op dezelfde wijze hier bij Mattheüs en in de Openbaring, maar van de laatste tijd van de christelijke Kerk, wanneer de Heer zal wederkomen, maar in het Woord, dat Hij Zelf is en waarin Hij Zelf is.

Daarom volgt er onmiddellijk op de bedoelde woorden bij, (Mattheüs 24:29) ‘En alsdan zal verschijnen het teken van de Zoon des Mensen, komende in de wolken van de hemel’, (Mattheüs 24:29-30).

Onder de zon wordt op deze plaatsen verstaan de liefde, onder de maan het geloof en onder de sterren alle weten omtrent het goede en ware en onder de krachten van de hemel deze drie als grondvesten en steun van de hemel, waar de engelen zijn, en de Kerken, waar de mensen zijn.

Onder deze woorden, in één zin samengevat, wordt dus verstaan, dat in de christelijke Kerk in haar laatste tijd, wanneer haar einde nabij is, noch liefde, noch geloof, noch enig weten omtrent het goede en ware meer overgebleven is.

Dat de zon de liefde betekent, is aangetoond in de Onthulde Openbaring nrs. 53n., 54, 413, 796, 831, 961, de maan het geloof, nrs. 53n., 332, 413, 423, 533, de sterren alle weten omtrent het goede en ware, nrs. 51n., 74, 333, 408, 419, 954.

  
/ 120  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.