4
Wat de rups heeft overgelaten, heeft de sprinkhaan afgegeten, en wat de sprinkhaan heeft overgelaten, heeft de kever afgegeten, en wat de kever heeft overgelaten, heeft de kruidworm afgegeten.
4
Wat de rups heeft overgelaten, heeft de sprinkhaan afgegeten, en wat de sprinkhaan heeft overgelaten, heeft de kever afgegeten, en wat de kever heeft overgelaten, heeft de kruidworm afgegeten.
6598. Het is bekend dat de ene mens meer dan de andere beschikt over het vermogen van verstaan en doorvatten wat eerzaam is in het zedelijk leven, wat gerecht is in het burgerlijk leven en wat goed is in het geestelijk leven; de oorzaak bestaat in de verheffing van het denken tot de dingen die van de hemel zijn; vandaar wordt het denken weggeleid van de uiterlijke zinlijke dingen; degenen immers die alleen vanuit de zinlijke dingen denken, kunnen in het minst niet zien wat het eerzame, het gerechte en het goede is; en daarom vertrouwen zij op anderen en spreken veel vanuit het geheugen en hierdoor schijnen zij zich wijzer toe dan de anderen; zij die echter boven de zinlijke dingen kunnen denken, zijn, indien de dingen in het geheugen geordend zijn, meer dan anderen in het vermogen van verstaan en doorvatten en dit volgens de graad waarin zij dingen beschouwen vanuit het innerlijke.