Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3254
3254. Dat de woorden ‘in goede ouderdom, oud en verzadigd’ het nieuwe van de uitbeelding betekenen, blijkt uit de betekenis van de ouderdom in de innerlijke zin, namelijk het oude afleggen en het nieuwe aantrekken, waarover in de nrs. 1854, 2198, 3016.
Dat dit het nieuwe is of de nieuwe staat, die in de innerlijke zin door de ouderdom wordt aangeduid, komt omdat bij de engelen, voor wie de innerlijke zin van het Woord is, geen voorstelling van tijd bestaat, dus geen voorstelling van dergelijke dingen als tot de tijd behoren, zoals van de leeftijden van mensen, zoals van de kindertijd, de knapenjaren, de jongelingsjaren, de volwassen leeftijd en de ouderdom; maar in plaats van al deze dingen hebben zij een voorstellingen van staten; zo hebben zij voor de kindertijd de voorstelling van de staat van de onschuld; voor de tijd van de knapen- en jongelingsjaren de voorstelling van de staat van de aandoening van het goede en ware; voor de volwassen leeftijd de voorstelling van de staat van het inzicht en voor de ouderdom de voorstelling van de staat van de wijsheid, nr. 3183. En aangezien de mens dan van de dingen die tot de tijd behoren, overgaat tot de dingen, die tot het leven zonder tijd behoren en zo dus een nieuwe staat aantrekt, wordt door de ouderdom het nieuwe aangeduid en hier het nieuwe uitbeeldende, want het is met betrekking tot dit bij Abraham, dat van ouderdom wordt gesproken en ook van oud en verzadigd, zoals uit hetgeen kort hiervoor is gezegd, kan blijken.