Bible

 

Jeremia 51:27

Studie

       

27 Verheft de banier in het land, blaast de bazuin onder de heidenen, heiligt de heidenen tegen haar, roept tegen haar bijeen de koninkrijken van Ararat, Minni en Askenaz; bestelt een krijgsoverste tegen haar, brengt paarden opwaarts, als ruige kevers!

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 215

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

215. Dat het eigene niets dan kwaadaardigheid en valsheid is, kon ik ook daaruit opmaken, dat alles wat geesten ooit uit zichzelf spraken, kwaadaardig en vals was, en wel zozeer, dat ik, zodra mij maar te kennen werd gegeven dat zij uit zichzelf spraken, onmiddellijk wist dat het vals was, hoewel zij onder het spreken er zo vast van overtuigd waren dat het waar was, dat zij helemaal niet twijfelden. Met hen komt de mens, die van dien aard is, overeen. Het werd mij ook te verstaan gegeven, dat al degenen die begonnen te redeneren over de dingen welke tot het geestelijke en hemelse leven of tot het geloof behoren, twijfelden, ja, zelfs loochenden; want over het geloof redeneren staat gelijk aan twijfelen en loochenen, en omdat het uit henzelf of uit het eigene komt, zijn het louter valsheden waarin zij vervallen, en vandaar in een afgrond van duisternissen, dat wil zeggen: van valsheden. Zijn zij in deze afgrond, dan geldt de kleinste bedenking voor meer dan duizend waarheden, en zij is als een stofje, dat, uit het oog gekomen, maakt, dat het van de hele wereld en van wat daarin is, niets ziet. Van hen zegt de Heer bij Jesaja:

‘Ik klaag hen aan die de wijsheid in pacht hebben, alleen aan eigen oordeel waarde hechten’, (Jesaja 5:21).

Bij dezelfde:

‘U vertrouwde op uw misdaden, u dacht:

‘Wie doet mij wat? Uw geleerdheid, uw kennis, zij hebben u misleid. Overtuigd van uw eigen grootheid dacht u: Ik ken mijn gelijke niet. Maar het onheil zal u achtervolgen, met uw toverkunsten kunt u het niet afweren. U zult uw ondergang tegemoet gaan en hem niet kunnen afwenden. De verwoesting komt plotseling, onverwachts’, (Jesaja 47:10, 11).

Bij Jeremia:

‘Dan staat de mens met stomheid geslagen, het gaat zijn verstand te boven. Dan schaamt de goudsmid zich voor zijn beeld, want zijn gietsel is een leugen, er is geen leven in’, (Jeremia 51:17). Gesneden beeld voor het valse dat tot het eigene behoort, gegoten beeld voor het kwade dat tot het eigene behoort.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl