36
Indien deze ordeningen van voor Mijn aangezicht zullen wijken, spreekt de HEERE, zo zal ook het zaadIsraels ophouden, dat het geen volk zij voor Mijn aangezicht, al de dagen.
2
Ik heb u liefgehad, zegt de HEERE; maar gij zegt: Waarin hebt Gij ons liefgehad? Was niet EzauJakobs broeder? spreekt de HEERE; nochtans heb Ik Jakob liefgehad.